Binnenkort wordt bij u een CT-geleide longpunctie verricht. Het doel van het onderzoek is een stukje weefsel te verkrijgen voor nader onderzoek. Uw arts heeft met u besproken waarom dit onderzoek wordt uitgevoerd.
In deze folder vindt u informatie over het onderzoek. Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen? Stel ze gerust aan uw arts, CT-laborant(e) of verpleegkundige.
Voorbereiding voor het onderzoek
Vanaf één uur voordat het onderzoek plaatsvindt mag u niks meer eten of drinken. Als u bloed verdunnende medicijnen gebruikt zoals Acenocoumarol, Sintrommitis, Marcoumar, Ascal (op indicatie), of Rivaroxaban, dan moet u mogelijk tijdelijk stoppen met het gebruik daarvan. Uw longarts heeft dit vooraf met u besproken. Neem bij twijfel alsnog contact op met uw longarts.
Het onderzoek
Het onderzoek wordt uitgevoerd op de afdeling Radiologie (route 32). U mag zich 15 minuten voor de afspraaktijd melden bij de balie.
Tijdens het onderzoek gaat u op uw rug of buik op de onderzoekstafel liggen. Ter hoogte van de longen krijgt u (aan borst- of rugzijde) een injectie met een dunne naald. Hiermee wordt de huid en het longvlies plaatselijk verdoofd. Daarna brengt de arts, onder röntgendoorlichting, een naald in op de plaats waar de afwijking te zien is. Via de punctie verkrijgt de arts één of meerdere stukjes weefsel. Hierna verwijdert de arts de naald en wordt het wondje afgedekt met een pleister. Het onderzoek duurt ongeveer 45 minuten. Het afgenomen weefsel wordt opgestuurd naar het laboratorium.
Na het onderzoek
Na het onderzoek is het nodig dat u meteen weer in bed gaat liggen. U wordt in bed naar de afdeling gebracht. Op de afdeling moet u één tot twee uur in bed blijven liggen. Het eerste uur moet u plat blijven liggen, daarna mag u iets overeind komen (halfzittend). U mag wel gewoon eten en drinken.
De verpleegkundige controleert regelmatig uw vitale functies en het wondje.
Controle foto
Ongeveer één tot twee uur na het onderzoek wordt er ter controle een longfoto gemaakt. Daarbij wordt gekeken of de long mooi ontplooid is gebleven. U mag dan in de rolstoel naar de Radiologie gebracht worden. Via de arts of verpleegkundige hoort u of de foto goed is.
Tenzij er poliklinisch iets anders met u is afgesproken, moet u een nachtje blijven ter observatie. De volgende dag mag u in principe weer naar huis.
Mogelijke complicaties?
Na een longpunctie is het mogelijk dat u benauwd wordt of bloed ophoest. Dit komt voor bij ongeveer 25% van de patiënten die een longpunctie hebben ondergaan. Waarschuw dan direct de verpleegkundige door op de bel bij uw bed te drukken.
Daarnaast kan er tijdens de punctie of in de eerste uren na het onderzoek wat lucht lekken via het gaatje dat is ontstaan bij de punctie. Hierdoor kan de long samenvallen. U krijgt dan een zogenaamde klaplong (pneumothorax). U kunt daarbij last krijgen van een trekkend gevoel op de borst en kortademigheid. Dit komt voor bij ongeveer één derde van de patiënten die een longpunctie ondergaan. Waarschuw ook in dit geval direct de verpleegkundige.
Als u een klaplong krijgt, moet u langer in het ziekenhuis blijven. De duur varieert gemiddeld van twee tot vijf dagen. De longarts zal u extra onder controle houden. Er wordt dan afgewacht of de long zelf weer ontplooit of de arts besluit om (onder plaatselijke verdoving) een dunne drain in te brengen om zo de long weer te kunnen ontplooien. Meer informatie over een klaplong kunt u lezen in de folder ‘Pneumothorax’.
De uitslag
De longarts bespreekt de resultaten van het onderzoek met u. Dit gebeurt meestal binnen een week. U krijgt hiervoor een afspraak van de secretaresse van de polikliniek of verpleegafdeling.
Download PDF