Spring naar inhoud

STEEP procedure bij hidradenitis suppurativa onder Tumescente Lokale Anesthesie

Hidradenitis suppurativa

Hidradenitis suppurativa (HS) is een chronische huidziekte van de lichaamsplooien. Kenmerkend voor HS zijn terugkerende, pijnlijke ontstekingen in bijvoorbeeld de liezen en/of de oksels. Ook andere lichaamsplooien zoals de borsten en billen kunnen aangedaan zijn.

Naast losse ontstekingen kunnen er bij de ziekte ook onderhuidse gangetjes (sinussen) gevormd worden die een bron zijn voor nieuwe ontstekingen. Deze sinussen kunnen alleen door middel van een operatie verwijderd worden; medicijnen kunnen de sinussen niet laten verdwijnen.

STEEP procedure

Bij de STEEP (Skin-Tissue-sparing Excision with Electrosurgical Peeling) procedure worden de onderhuidse holtes of sinusgangen en het omliggende littekenweefsel laagje voor laagje verwijderd tot gezonde huid of onderhuids vetweefsel wordt bereikt.

Bij de STEEP procedure wordt eerst met een sonde (een dun metalen staafje) gekeken of er gangen onder de huid lopen die met andere holtes in de diepte of met elkaar in verbinding staan. De huid boven de sonde, ‘het dak’, wordt weggehaald. Het gangenstelsel wat zich daaronder bevindt wordt zichtbaar. De bodem wordt zoveel mogelijk intact gelaten, die vormt later de nieuwe huid. Het omliggende littekenweefsel wordt verwijderd. Na de ingreep blijft de wond open. De wond zal vanuit de randen en vanuit de stukjes bodembekleding die zijn overgebleven dichtgroeien.

Verdoving (tumescente lokale anesthesie)

De ingreep wordt onder lokale verdoving uitgevoerd. Er wordt gebruikgemaakt van tumescente lokale anesthesie (TLA). Bij deze techniek wordt het verdovingsmiddel opgelost in een zoutwatervloeistof. Doordat het verdovingsmiddel verdund wordt toegediend, kunnen grote gebieden verdoofd worden. De adrenaline in de verdovingsvloeistof vernauwt de bloedvaten en beperkt het risico op bloedingen tijdens de ingreep.

Wondverzorging

U krijgt tijdens het bezoek aan de afdeling Dermatologie informatie over de verschillende wondverbanden die worden gebruikt na de operatie. Na de ingreep wordt de wond afgedekt met een alginaat, een soort zeewierverband (bijvoorbeeld Algisite® of Kaltostat® ). Hierover komt een absorberend verband (Mepilex® schuimverband, eventueel Melolin® of een wondkussen). Na de ingreep blijft het verband zitten. De dag na de ingreep moet het verband worden verwisseld. U kunt dit het beste onder de douche doen omdat het verband vast kan zitten en het onder de douche voorzichtig losgeweekt kan worden. Het alginaatverband wordt gedeeltelijk een gel wanneer het vochtig wordt. Het kan er iets groen uitzien en het heeft een specifieke geur.

Het advies is om te beginnen met twee keer per dag de wond te spoelen onder de douche. Bij weinig/geen lekkage van wondvocht kan de wond één keer per dag gespoeld worden, bij de gemiddelde patiënt is dit na twee weken. Na het spoelen worden de wonden op dezelfde wijze verbonden als na de ingreep:

  1. Alginaat in de wond (bijvoorbeeld Algisite M of Kaltostat®)
  2. Absorberend verband erover (bijvoorbeeld Mepilex®)

     
  3. Fixeren van het verband met bijvoorbeeld een Fixomul ® pleister of bij een gevoelige huid een Kliniderm Xtrata® pleister, of een onderbroek (eventueel een netbroekje) die het verband op zijn plek kan houden.

Als in de thuissituatie hulp nodig is bij de wondverzorging wordt thuiszorg aangevraagd. Bij voorkeur wordt dit minimaal twee dagen van te voren aangevraagd, maar het kan eventueel ook nog op de dag van de ingreep worden aangevraagd. U kunt zelf met de thuiszorg afspreken wanneer hulp bij wondverzorging weer gestopt kan worden.

Wondgenezing

Hoe snel de wond geneest verschilt erg per persoon. De duur van de wondgenezing hangt onder andere af van de grootte en de diepte van de wond(en). Gemiddeld zal de wond in 4-8 weken dichtgroeien. Geadviseerd wordt om na de ingreep één tot twee weken rustig aan te doen en niet aan het werk te gaan. Dit onder meer in verband met het bevorderen van de wondgenezing.

Pijn

De pijn na de ingreep wisselt sterk per persoon. De lokale verdoving is na ongeveer twee uur uitgewerkt. Wanneer nodig kunt u paracetamol (maximaal 4x per dag 1000mg) gebruiken.

Vervoer

Na de ingreep mag u naar huis. Door de ingreep zult u zich echter niet zo fit voelen als normaal. Hoewel de TLA de rijvaardigheid niet beïnvloed, is het niet verantwoord om zelf naar huis terug te rijden.

Praktische zaken om te regelen voor de ingreep

  • Het is wenselijk om de (behaarde) lichaamslocaties die geopereerd worden één tot drie dagen van te voren te scheren.
  • Het is aan te raden om paracetamol in huis te hebben
  • Het is noodzakelijk om vervoer naar huis te organiseren
  • Voor vrouwelijke patiënten die in de liesstreek geopereerd worden, is het handig om bij het plassen gebruik te maken van een plastuit voor vrouwen, bijvoorbeeld de Whiz Freedom®. Deze is online of in outdoor winkels verkrijgbaar. Het voordeel is dat er geen urine in het verband loopt.

Mogelijke complicaties na de ingreep

De twee meest voorkomende complicaties bij deze behandeling zijn een nabloeding of een wondinfectie. In geval van een nabloeding mag u de wond zelf met een schone, droge doek (bijvoorbeeld een theedoek) gedurende 30 minuten afdrukken. Als de wond blijft bloeden of als de bloeding te hevig is mag u ten alle tijden contact opnemen met de dermatoloog.

Als de wond warm, rood, pijnlijk en/of pussend is, kan het zijn dat er een infectie is opgetreden. In dit geval dient u ook contact op te nemen met de dermatoloog.

Overdag is de dermatoloog via de polikliniek Dermatologie te bereiken, ’s avonds en in het weekend via de telefooncentrale van het ziekenhuis.

Nazorg

Twee tot drie weken na de ingreep wordt een afspraak gemaakt voor wondcontrole op de Dermatologie.

Als er voor die tijd vragen zijn, kunt u op werkdagen contact opnemen met de polikliniek Dermatologie.

Download PDF