Spring naar inhoud

Anouk en Marjo vertellen over het werken als fysiotherapeut in ziekenhuis Nij Smellinghe

“Voor een ziekenhuisfysiotherapeut is geen dag hetzelfde!”

Van 15 t/m 18 november is het de week van de ziekenhuisfysiotherapeut. Ook in ziekenhuis Nij Smellinghe werken fysiotherapeuten. Waar houden ze zich zoal mee bezig? Is het werk nu heel anders dan een fysiotherapeut die in een fysiotherapiepraktijk werkt? En hoe vinden onze ziekenhuisfysiotherapeuten het om te werken in ons ziekenhuis? We vroegen het aan Anouk (rechts op de foto) en Marjo (links op de foto), beide fysiotherapeut in Nij Smellinghe.

Anouk werkt bijna een jaar in Nij Smellinghe als fysiotherapeut. “Hiervoor werkte ik in een ‘gewone’ eerstelijns praktijk waar ik patiënten met een chronisch ziektebeeld behandelde.” En Marjo is al bijna 36 jaar in dienst bij Nij Smellinghe. “Ik ben met recht een (g)old professional te noemen. Hiervoor werkte ik in een particuliere praktijk in Duitsland omdat in Nederland geen werk was voor ons.”

Geen dag is hetzelfde
Anouk en Marjo werken met plezier als fysiotherapeut in Nij Smellinghe. “Klopt helemaal! Er is teveel om op te noemen wat mijn werk zo mooi en leuk maakt. Maar ik denk uiteindelijk toch dat de afwisseling het zo leuk maakt. Het patiëntencontact, maar ook het samenwerken met verpleegkundigen en andere disciplines om zo de best mogelijke zorg te kunnen leveren vind ik mooi”, vertelt Anouk. Marjo vult aan: “En de korte lijnen tussen specialisten. Het overleggen gaat laagdrempeling. Verder is geen enkele dag hetzelfde, je weet in de ochtend niet hoe je dag eruit ziet wat het werk erg afwisselend maakt.”

Op veel verschillende afdelingen te vinden
Het takenpakket van Anouk is heel divers. Ze werkt zowel in de kliniek als op de polikliniek. “In de kliniek ben ik op veel verschillende verpleegafdelingen te vinden, zoals Orthopedie en Neurologie. Maar ook werk ik op de verpleegafdeling waar hart- en longpatiënten liggen. En ik kom zelf wel op de Intensive Care (IC). De werkzaamheden zijn heel divers. Als ziekenhuisfysiotherapeut richten we ons op het (adem)bewegingsapparaat. Op de IC lopen we bijvoorbeeld met patiënten die nog geïntubeerd zijn. Op de Orthopedie proberen we patiënten na een operatie van een totale heup prothese dezelfde dag nog weer uit bed te halen om hun eerste passen te maken. Op de verpleegafdeling voor hart- en longpatiënten doen we ademhalingsoefeningen (bij de hartpatiënten vooral pre-operatief), maar mobiliseren we de patiënten natuurlijk ook. Zo proberen we de kans op complicaties zo klein mogelijk te maken.”
 

Volledig gericht op de poliklinisch long- en hart(falen) revalidatie
Marjo richt haar daarentegen volledig op de poliklinisch long- en hart(falen) revalidatie. “Dit doe ik onder andere samen met Anouk. Tijdens de hartrevalidatie zien we patiënten voor een kortdurende revalidatie, gemiddeld zes weken, na bijvoorbeeld en infarct of open hart operatie. Naast conditie opbouwen wordt er gewerkt aan het verkennen van de lichamelijke grenzen zodat patiënten meer zelfvertrouwen krijgen om hun dagelijkse leven weer te kunnen gaan opbouwen. Naast cardio fitness, is er ook een onderdeel lichaamsbewustwording/ontspanning en sport en spel. Tijdens LBW laten we patiënten ervaren en geven we ze kennis over het belang van ontspanning en herstel.

Tijdens hartfalen en longrevalidatie leren we mensen omgaan met een chronische aandoening. Natuurlijk zijn we bezig met het opbouwen van spierkracht en conditie. Maar daarnaast proberen we met de mensen de dingen die ze kunnen, wat ze doen en wat ze ervaren op één lijn te krijgen.

Daarnaast werk ik als mimetherapeut. Ik behandel mensen met aangezichtsverlamming.”

Ziekenhuisfysiotherapeut versus ‘gewone’ fysiotherapeut
Tot slot vroegen we Anouk en Marjo of het werk van een ziekenhuisfysiotherapeut erg verschilt ten opzichte van een ‘gewone’ fysiotherapeut. Beide: “Voornamelijk het klinische werk verschilt erg van de ‘gewone’ fysiotherapeut. Mensen komen in een acute fase binnen en zijn erg kwetsbaar. Poliklinisch is het vaak complexere zorg en patiënten met meer chronische ziekten. Dit maakt ons werk juist weer uitdagend wat het werk erg leuk maakt.”