Algemeen
Bij een ablatio wordt de gehele borst verwijderd, dus het borstweefsel inclusief de tepel.
Door deze operatie ontstaat een groot litteken. Rondom het litteken is het niet altijd glad, maar kan het iets verdikt zijn; dit zal zich na een paar maanden herstellen. De huid in dit gebied wordt veel minder gevoelig of helemaal gevoelloos. Een enkele keer wordt de wond juist extra gevoelig.
Voor de operatie
U wordt de dag voor de operatie of op de dag van de operatie opgenomen. De opname duurt meestal 2 dagen. Op de dag van de opname kunt u zich melden bij de receptie.
Op de verpleegafdeling legt de verpleegkundige u de gang van zaken rondom de operatie uit.
Enkele zaken die de verpleegkundige met u doorneemt zijn:
- Eventueel nog bloed laten prikken
- Nuchter zijn op de dag van de operatie
- Medicatie voor de operatie
- Tijdstip van de operatie
- Infuus na de operatie
- Eventueel een wonddrain. Dit is een slangetje onder de huid dat tijdens de operatie wordt ingebracht om het overtollige wondvocht af te voeren. Dit wondvocht wordt opgevangen in een flesje.
- Af en uit doen van sieraden, gebitsprothese en contactlenzen
- Contactpersoon die gebeld wordt
- Inventariseren of u na de operatie hulp nodig heeft
Ongeveer een half uur voor de operatie krijgt u een operatiejasje aan. De afdelingsverpleegkundige brengt u naar de voorbereidingsruimte van de operatieafdeling.
De anesthesie-assistent sluit u aan op de hartbewakingsmonitor, u krijgt een bloeddrukband om uw bovenarm en een knijpertje aan uw vinger om het zuurstofgehalte in uw bloed te meten.
U krijgt een infuus ingebracht. Na deze voorbereidingen wordt u naar de operatie kamer gereden. Hier wordt de medicatie voor de narcose via het infuus toegediend.
Na de operatie
Na de operatie verblijft u een poosje op de uitslaapkamer ( recovery), waar u wakker wordt. De medewerkers van deze afdeling zullen voortdurend controleren hoe het met u gaat. Als uw lichamelijke toestand stabiel is, wordt u weer naar de verpleegafdeling gebracht. Uw familie mag u bezoeken tijdens het bezoekuur of, in overleg met de afdelingsverpleegkundige, eerder.
De verpleegkundigen controleren uw bloeddruk, de wonddrain en de wond. Bespreek met hen uw eventuele klachten.
Na de operatie mag u gewoon weer eten en drinken naar behoefte.
Mogelijke complicaties bij een borstverwijderende operatie
- Er bestaat een geringe kans op een nabloeding, hierbij zwelt het geopereerde gebied in korte tijd op. Een enkele keer is het dan nodig opnieuw te opereren.
- De wondgenezing kan vertraagd worden door een ontsteking; de wond is dan rood en pijnlijk en mogelijk heeft u koorts.
- Na een ablatio kan zich wondvocht (seroom) ophopen rond de operatiewond. Dit is geen reden tot ongerustheid. Het is een natuurlijk proces. Het wondvocht wordt na verloop van tijd weer door het lichaam op genomen. Wanneer de zwelling/spanning veel klachten veroorzaakt, is het mogelijk het vocht met behulp van een punctie te verwijderen. Dit is over het algemeen pijnloos, het geeft wel een iets verhoogde kans op wondinfectie. Daarom wordt het vocht alleen weggezogen wanneer u er veel hinder van ondervindt.
Het zien van de wond
Er komt een moment dat u de wond van de verwijderde borst voor het eerst ziet. Tijdens de opname zal de verpleegkundige met u een afspraak hierover maken. Misschien wilt u alleen zijn als u voor het eerst de wond ziet, misschien wilt u er iemand bij hebben, bijvoorbeeld uw partner, een familielid of een vriend(in). Geef aan wat u zelf prettig vindt.
U heeft na de operatie een foamverband, dit blijft 24 uur zitten ter voorkoming van een nabloeding. Onder het foamverband zit het slangetje van de drain en mogelijk nog kleine hechtpleistertjes, deze mag u laten zitten tot ze er spontaan afvallen, anders worden ze verwijderd wanneer u voor het uitslaggesprek komt.
De drain zal wanneer deze weinig wondvocht en bloed produceert de eerste dag na de operatie verwijderd worden.
Tijdelijke prothese
Wanneer uw borst verwijderd is, krijgt u in het ziekenhuis een lichte, tijdelijke prothese die in uw eigen beha past. Hiervoor is het prettig een goedzittende, stevige beha zonder beugels of een sportbeha mee naar het ziekenhuis te nemen. U kunt deze prothese het beste blijven dragen tot de wond helemaal genezen is.
De afdelingsverpleegkundige zal deze voorlopige prothese bij u aanmeten. Misschien vindt u het prettig als uw partner of een goede vriend(in) aanwezig is als de prothese wordt aangemeten.
Adviezen voor de tijdelijke prothese
- Het hoesje van de prothese kan gewassen worden in een handwarm sopje. Niet teveel waspoeder gebruiken, dit kan irritatie van de huid veroorzaken.
- Prothese eventueel verzwaren met een rijstzakje.
- Zwemmen met de tijdelijke prothese is mogelijk.
- Draag liever geen strakke en dwarsgestreepte kleding, hierbij valt de mogelijke asymmetrie meer op. Met het stellen van de beha bandjes kunt u de symmetrie iets beïnvloeden.
Definitieve prothese
Bij het uitslaggesprek op de poli krijgt u een machtiging mee voor een definitieve prothese en een adressenlijst van speciaalzaken voor protheses en lingerie.
De definitieve prothese kunt u aanschaffen wanneer de wond goed genezen is (ongeveer 6 weken na de operatie) en/of 3 weken na de laatste bestraling. De kosten van een definitieve prothese worden eenmaal per 2 jaar volledig door de ziektekostenverzekering vergoed.
Ontslag
Wanneer uw situatie het toelaat en in overleg met de chirurg kunt u naar huis. Eventuele wonddrain en infuus worden verwijderd.
U krijgt een controle afspraak mee voor de chirurg en mammacareverpleegkundige. U krijgt dan de uitslag van het onderzochte weefsel en een voorstel voor de eventuele nabehandeling.
De mammacareverpleegkundige zal u na afloop verdere uitleg geven, eventuele vragen beantwoorden en uw wond controleren.
Adviezen voor thuis
Wondverzorging
U heeft na de operatie een foamverband, dit blijft 24 uur zitten ter voorkoming van een nabloeding. Onder het foamverband zitten mogelijk nog kleine hechtpleistertjes, deze mag u laten zitten tot ze er spontaan afvallen, anders worden ze verwijderd wanneer u voor het uitslaggesprek komt.
Wanneer de wond droog is, hoeft er geen pleister meer op. De huid rondom de wond kan de eerste dagen na de operatie verkleurd zijn door een bloeduitstorting en soms is het littekengebied gezwollen. Ook zal de wond de eerste weken pijnlijk zijn of een trekkend gevoel geven. Naarmate de wond geneest, zullen deze verschijnselen afnemen. Als de wond dicht is, kunt u deze masseren met een crème.
Hechtingen
Bij een operatie waarbij de borst verwijderd is, wordt de wond gehecht met oplosbare hechtingen of krammetjes. De krammetjes worden verwijderd tijdens uw eerstvolgende controleafspraak.
Na ongeveer een jaar bereikt het litteken zijn definitieve vorm en kleur. De huid rond het litteken wordt steeds soepeler en gladder.
Dragen bh of tubigrip
Het is mogelijk om van de afdeling een tubigrip mee naar huis te krijgen, deze geeft wel steun, en knelt niet. U kunt de tubigrip de volgende dag al vervangen door een goedzittende, stevige bh zonder beugels (of sport bh). Wanneer u het prettig vindt kunt u ook de tubigrip een aantal dagen blijven dragen.
Pijn
Het is belangrijk te luisteren naar de signalen van uw lichaam. Als u pijn voelt, heeft u nog pijnstilling nodig. U mag hiervoor maximaal vier maal daags twee tabletten paracetamol van 500 mg innemen. Zo nodig krijgt u bij ontslag pijnstilling mee voor een aantal dagen.
Douchen
Vanaf de tweede dag na de operatie mag u weer douchen, in bad gaan wordt afgeraden. Na een week mag u weer deodorant gaan gebruiken.
Moeheid
In het ziekenhuis heeft u misschien het gevoel dat u tot heel wat in staat bent, maar eenmaal thuis kan het tegenvallen. Sneller moe zijn is heel normaal na een operatie. Probeer een balans te vinden tussen
rust en activiteit.
Activiteiten
U kunt eenmaal thuis uw normale bezigheden weer hervatten, wees voorzichtig met zware werkzaamheden waarbij er veel spanning op de wond komt. U voelt zelf wat wel en niet kan. Luisteren naar uw lichaam is het beste advies dat we hierin kunnen geven.
Een operatiewond heeft ongeveer 6 weken nodig om te herstellen.
Wanneer kunt u contact opnemen en met wie
In de volgende gevallen moet u contact opnemen met het ziekenhuis:
U heeft koorts van 38,5 graden of hoger.
Bij pijn, roodheid en zwelling van de wond.
Bij andere klachten die u niet vertrouwt of wanneer u even overleg wenst.
Mammacareverpleegkundige
(maandag t/m vrijdag van 08.00 tot 16.30 uur)
(0512) 588 521
Polikliniek Chirurgie
(0512) 588809
Spoedeisende Hulp
(buiten kantooruren, bij dringende vragen of klachten)
(0512) 588 145