Inleiding
U krijgt binnenkort een hartoperatie. Voor en na deze operatie krijgt u fysiotherapie. De fysiotherapeut heeft u verteld wat dit inhoudt. Als extra informatie krijgt u deze brochure. Hierin leest u hoe u uw borstbeen moet beschermen na de operatie. Ook leest u hoe u uw longen vóór de operatie kunt trainen om ze in een goede conditie te krijgen en hoe u ze ná de operatie in goede conditie houdt.
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met de afdeling fysiotherapie van Nij Smellinghe, telefoonnummer (0512) 588 245.
Aandacht voor uw borstbeen
Bij een operatie aan het hart wordt uw borstbeen in de lengte geopend. Na de operatie wordt uw borstbeen weer gesloten door beide delen goed aan elkaar vast te maken. Maar het duurt nog zes weken voordat uw borstbeen weer zo stevig is als voor de operatie. Tot die tijd moet u voorzichtig zijn met uw borstbeen. Dit betekent:
- niet fietsen (hometrainer mag wel)
- niet autorijden
- niet zwaar tillen (als u tilt dan het liefst met twee handen tillen)
- bij ademhalingsoefeningen moet u uw borstbeen goed beschermen met een speciaal kussentje
- U krijgt in het ziekenhuis geen ’papegaai’ (ketting met handvat om overeind te komen) boven uw bed, maar een touw aan het voeteneinde. Dit in verband met het borstbeen. Trek altijd met twee handen aan dit touw bij het overeind komen, dit is beter voor uw borstbeen.
Ademhalingsoefeningen
Een hartoperatie of een operatie aan het borstbeen heeft een negatieve invloed op de ademhaling en het hoesten. Na de operatie kunt u moeilijk diep in- en uitademen. Wilt u toch graag diep ademhalen, ga dan rechtop zitten en meer bewegen. Misschien bent u geneigd het hoesten te onderdrukken vanwege de pijn. Dit is niet goed voor de longen. Om longproblemen te voorkomen is het belangrijk om slijm krachtig op te hoesten.
De fysiotherapeut neemt een aantal ademhalingsoefeningen met u door die belangrijk zijn na de operatie. Deze oefeningen zorgen ervoor dat uw longen goed openen en open blijven. De oefeningen helpen om op een goede manier slijm op te hoesten. Ook leert u hoe u uw borstbeen tijdens deze oefeningen met een kussentje en uw armen kunt ondersteunen.
Het is goed om deze oefeningen al voor de operatie te leren en te oefenen. Na de operatie heeft u hier voordeel van. U weet dan al wat u moet doen en waar u op moet letten. Hieronder staan de oefeningen beschreven.
De serie oefeningen
Oefening 1: zuchten
Adem diep in en houd de adem 3-5 tellen vast en adem rustig door de mond uit.
Herhaal dit 10 x.
Na iedere ademhaling houdt u 15 tot 30 seconden rust.
Kunt u ná de operatie weer met de ademvolumetrainer oefenen? Sla deze oefening dan over.
Oefening 2: ademvolumetrainer
Oefen met de ademvolumetrainer.
Herhaal de oefening 10 x.
Na iedere ademhaling neemt u 15 seconden tot 1 minuut rust.
Kunt u ná de operatie nog niet met de ademvolumetrainer oefenen? Sla deze oefening dan over.
Voor uitgebreide instructies en aanwijzingen, zie hoofdstuk ‘Ademvolumetrainer’.
Oefening 3: huffen
Adem diep in, houd de adem 3-5 tellen vast en zucht krachtig met open mond uit. Dit noemen we huffen.
Herhaal dit 3 x.
Ondersteun de wond met uw handen en/of met een kussentje.
Oefening 4: hoesten
Adem in en hoest daarna krachtig uit.
Ondersteun de wond met uw handen en/of met een kussentje.
Oefenschema
Voor de operatie: u doet drie keer per dag de hele serie oefeningen.
Na de operatie: u doet elk uur de hele serie oefeningen.
Ademvolumetrainer
De ademvolumetrainer is het apparaat dat u mee naar huis krijgt om te oefenen voor de operatie. Hieronder leest u hoe u ermee kunt oefenen. In het boekje dat bij de ademvolumetrainer zit, staan nog een paar plaatjes ter verduidelijking.
Door te trainen met de ademvolumetrainer traint u uw longvolume. Hoe groter uw longvolume is, hoe minder problemen u waarschijnlijk krijgt bij het ademen na de operatie. Houd er rekening mee dat uw longvolume na de operatie ongeveer gehalveerd is. Na de operatie gaat u daarom ook weer oefenen met de ademvolumetrainer om uw longvolume weer te vergroten.
Hoe gaat u oefenen?
- Haal het apparaat uit de verpakking.
- Zet het open uiteinde van de slang op het aanzetstukje aan de voorkant van het apparaat.
- Schuif de aanwijzer naar het volumeniveau dat wij met u afgesproken hebben.
- Houd het apparaat rechtop. Adem normaal uit.
- Plaats uw lippen stevig om het mondstuk.
- Adem langzaam in om de zuiger omhoog te brengen. De bovenkant van de gele luchtvlotter moet bij het inademen tussen de blauwe strepen blijven.
- Blijf inademen en probeer de zuiger naar het aangegeven volumeniveau omhoog te brengen (de bovenkant van de zuiger geeft het ingeademde volume aan). Daarna ademt u weer uit.
Aanwijzingen bij het oefenen
- Belangrijk! Neem na iedere ademhaling voldoende rust. Dit kan variëren van 15 seconden tot 1 minuut rust. Doet u dit niet? Dan kunt u duizelig worden of gaan hyperventileren. Krijgt u deze klachten toch, terwijl u voldoende rust neemt tussen de oefeningen? Neem dan contact op met de afdeling fysiotherapie.
- U begint met de waarde die de fysiotherapeut tijdens de intake heeft vastgesteld.
- Zodra u merkt dat u de vastgestelde waarde met gemak kunt halen stelt u uw doel 250 ml hoger. U kunt aankruisen in uw trainingsdagboek hoeveel ml u die dag heeft gehaald.
Wanneer u zich tijdens of na de training zeer moe voelt, buiten adem bent, een drukkend gevoel op de borst krijgt of uw polsslag sterk verhoogd is, raden wij u aan te stoppen met de training en contact op te nemen met uw fysiotherapeut.
Belangrijk is verder dat u het apparaat meeneemt als u opgenomen wordt in het ziekenhuis. U heeft het apparaat nodig tijdens uw ziekenhuisopname om te oefenen.
Op de volgende pagina’s staat een trainingsdagboek dat u kunt invullen. Zo kunt u uw vooruitgang zien. Wilt het trainingsdagboek meenemen bij uw ziekenhuisopname?
Week 1 (bereikt volume)
5000ml | |||||||
4750ml | |||||||
4500ml | |||||||
4250ml | |||||||
4000ml | |||||||
3750ml | |||||||
3500ml | |||||||
3250ml | |||||||
3000ml | |||||||
2750ml | |||||||
2500ml | |||||||
2250ml | |||||||
2000ml | |||||||
1750ml | |||||||
1500ml | |||||||
1250ml | |||||||
1000ml | |||||||
750ml | |||||||
500ml | |||||||
250ml | |||||||
Dag | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 |
Doelstelling |
Week 2 (bereikt volume)
5000ml | |||||||
4750ml | |||||||
4500ml | |||||||
4250ml | |||||||
4000ml | |||||||
3750ml | |||||||
3500ml | |||||||
3250ml | |||||||
3000ml | |||||||
2750ml | |||||||
2500ml | |||||||
2250ml | |||||||
2000ml | |||||||
1750ml | |||||||
1500ml | |||||||
1250ml | |||||||
1000ml | |||||||
750ml | |||||||
500ml | |||||||
250ml | |||||||
Dag | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 |
Doelstelling |
Week 3 (bereikt volume)
5000ml | |||||||
4750ml | |||||||
4500ml | |||||||
4250ml | |||||||
4000ml | |||||||
3750ml | |||||||
3500ml | |||||||
3250ml | |||||||
3000ml | |||||||
2750ml | |||||||
2500ml | |||||||
2250ml | |||||||
2000ml | |||||||
1750ml | |||||||
1500ml | |||||||
1250ml | |||||||
1000ml | |||||||
750ml | |||||||
500ml | |||||||
250ml | |||||||
Dag | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 |
Doelstelling |
Week 4 (bereikt volume)
5000ml | |||||||
4750ml | |||||||
4500ml | |||||||
4250ml | |||||||
4000ml | |||||||
3750ml | |||||||
3500ml | |||||||
3250ml | |||||||
3000ml | |||||||
2750ml | |||||||
2500ml | |||||||
2250ml | |||||||
2000ml | |||||||
1750ml | |||||||
1500ml | |||||||
1250ml | |||||||
1000ml | |||||||
750ml | |||||||
500ml | |||||||
250ml | |||||||
Dag | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 |
Doelstelling |
Week 5 (bereikt volume)
5000ml | |||||||
4750ml | |||||||
4500ml | |||||||
4250ml | |||||||
4000ml | |||||||
3750ml | |||||||
3500ml | |||||||
3250ml | |||||||
3000ml | |||||||
2750ml | |||||||
2500ml | |||||||
2250ml | |||||||
2000ml | |||||||
1750ml | |||||||
1500ml | |||||||
1250ml | |||||||
1000ml | |||||||
750ml | |||||||
500ml | |||||||
250ml | |||||||
Dag | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 |
Doelstelling |
Trainen met de Threshold IMT
Bij u is geconstateerd dat u een verhoogd risico loopt om longproblemen te krijgen na de operatie. Daarom gaat u trainen met de ‘Threshold IMT’. Dit is een apparaatje waarmee u uw ademhalingsspieren sterker kunt maken. Hierdoor heeft u na de operatie minder moeite met het ademen en heeft u meer kracht om goed te hoesten.
Bij het longlaboratorium zijn een aantal longtesten gedaan. De fysiotherapeut gebruikt deze waarden om een persoonlijk trainingsschema voor u te maken. Het is de bedoeling dat u elke dag thuis oefent met de thresholder. Daarnaast komt u één keer in de week bij de fysiotherapeut en wordt het trainingsschema bijgesteld. Ook doet de fysiotherapeut elke week een longtest om te kijken of de ademhalingsspieren krachtiger zijn geworden.
De instellingen van het apparaat mogen alleen veranderd worden op voorschrift van uw fysiotherapeut.
Wanneer u zich tijdens of na een training zeer moe voelt, buiten adem bent, een drukkend gevoel op de borst krijgt of uw polsslag sterk verhoogd is, raden wij u aan te stoppen met de training en contact op te nemen met uw fysiotherapeut.
Schoonmaken van het apparaat
U kunt het apparaat schoonmaken met warm water en afwasmiddel. Doe dit één keer per twee dagen. Spoel alle delen daarna goed af met water. Schud het apparaat daarna, zodat het water er af valt. Laat het apparaat aan de lucht drogen. U mag het apparaat niet uitkoken of verwarmen.
Hoe oefent u met de ‘Threshold IMT’?
- Plaats het mondstuk stevig op het apparaat. Draai aan het mondstuk tot de rode streep de waarde heeft bereikt, die de fysiotherapeut met u afgesproken heeft. Hoe hoger de waarde is, hoe meer kracht u moet zetten.
- Zet de neusklem op.
- Plaats de lippen om het mondstuk en adem diep in. Wanneer u hoort dat er lucht door het toestel stroomt, is het ventiel geopend.
- Adem in en uit en houd daarbij het mondstuk in de mond.
- Probeer rustig adem te halen, ongeveer 12 tot 15 keer per minuut.
- De fysiotherapeut heeft in uw trainingsschema vermeld hoe lang de training duurt.
Belangrijke aanwijzing
Het is belangrijk dat u elke dag een of twee keer oefent met de thresholder. Dit bespreekt de fysiotherapeut met u. Noteer de waarden in uw trainingsdagboek. Zo kunnen u en uw fysiotherapeut de vooruitgang bekijken. Het dagboek staat op de volgende pagina’s.
Trainingsschema's
Trainingsschema 1
Dag | MIP waarde | Doel cm H2O | Doel tijdsduur training | Doel frequentie per dag | Gelukt? | Waarom niet gelukt? |
---|---|---|---|---|---|---|
1 | ||||||
2 | ||||||
3 | ||||||
4 | ||||||
5 | ||||||
6 | ||||||
7 |
Trainingsschema 2
Dag | MIP waarde | Doel cm H2O | Doel tijdsduur training | Doel frequentie per dag | Gelukt? | Waarom niet gelukt? |
---|---|---|---|---|---|---|
1 | ||||||
2 | ||||||
3 | ||||||
4 | ||||||
5 | ||||||
6 | ||||||
7 |
Trainingsschema 3
Dag | MIP waarde | Doel cm H2O | Doel tijdsduur training | Doel frequentie per dag | Gelukt? | Waarom niet gelukt? |
---|---|---|---|---|---|---|
1 | ||||||
2 | ||||||
3 | ||||||
4 | ||||||
5 | ||||||
6 | ||||||
7 |
Trainingsschema 4
Dag | MIP waarde | Doel cm H2O | Doel tijdsduur training | Doel frequentie per dag | Gelukt? | Waarom niet gelukt? |
---|---|---|---|---|---|---|
1 | ||||||
2 | ||||||
3 | ||||||
4 | ||||||
5 | ||||||
6 | ||||||
7 |
Trainingsschema 5
Dag | MIP waarde | Doel cm H2O | Doel tijdsduur training | Doel frequentie per dag | Gelukt? | Waarom niet gelukt? |
---|---|---|---|---|---|---|
1 | ||||||
2 | ||||||
3 | ||||||
4 | ||||||
5 | ||||||
6 | ||||||
7 |