Spring naar inhoud

Morfine: fabels en feiten

Inleiding

U of uw naaste wordt behandeld met morfine of een morfinepreparaat om uw pijn en/of benauwdheid onder controle te krijgen. Morfine kan toegediend worden in verschillende vormen: pleisters, tabletten, zetpillen, injecties of via een infuuspomp. Het gebruik van morfine kan wellicht een aantal vragen oproepen. De informatie in deze folder is bedoeld om die vragen te beantwoorden en u op de hoogte te brengen van fabels en feiten over morfine. Als u na het lezen van deze informatie nog vragen heeft, bespreek deze dan met uw behandelaar.

Morfine als geneesmiddel bij pijn

Over het algemeen is pijn een belangrijk signaal. Het waarschuwt ons dat iets niet in orde is in ons lichaam. Meestal verdwijnt de pijn als de oorzaak ervan is weggenomen. Maar soms kan de oorzaak niet worden weggenomen en heeft de waarschuwende functie van pijn geen zin meer. Goede pijnbestrijding is dan nodig. Morfine neemt een belangrijke plaats in als pijnstiller. Het is niet alleen een krachtig middel, maar er is ook veel kennis en ervaring mee opgedaan door de vele patiënten die er mee behandeld zijn. Toch bestaan er nog veel onduidelijkheden over morfine.

Morfine als geneesmiddel bij benauwdheid

Benauwdheid heeft grote invloed op uw dagelijks leven. Wanneer u minder benauwd bent, zal dat ten goede komen aan de kwaliteit van leven. Het is daarom van groot belang uw benauwdheid zo goed mogelijk onder controle te krijgen. Als de oorzaak van de benauwdheid bekend is, zal uw behandelend arts proberen de oorzaak ervan weg te nemen. Uw arts kan benauwdheid ook behandelen met morfine. Het doel hiervan is om u in een comfortabele situatie te krijgen en te houden.

Morfine: fabels en feiten

Fabel 1: Alle 'morfines' zijn hetzelfde.


Feiten: In grote lijnen hebben alle 'morfines' (= opioïden) een krachtige werking en vergelijkbare bijwerkingen. De belangrijkste verschillen zijn vooral gelegen in de duur van de werking en hoe snel de morfine begint te werken. De langwerkende morfines werken lang, maar het duurt ook langer voordat ze beginnen te werken. Het omgekeerde is het geval bij kortwerkende morfines. Als basis van uw behandeling worden meestal langwerkende opioïden gebruikt. Het is belangrijk dat u deze regelmatig inneemt, op vaste tijden en met een vaste tussenpoos. Op deze manier is voortdurend voldoende geneesmiddel in uw bloed aanwezig.

Fabel 2: Morfine als geneesmiddel is verslavend.


Feiten: Bij verslaving (of geestelijke afhankelijkheid) is er sprake van de drang om een 'snelle kick' te krijgen. Het gaat daarbij dus niet om de werking van het geneesmiddel. Als u morfine als geneesmiddel gebruikt, is de kans op geestelijke afhankelijkheid zeer klein.
Zoals bij bijna ieder geneesmiddel dat langdurig wordt gebruikt, went het lichaam na verloop van tijd aan morfine. Op zich kan dat geen enkel kwaad. Alleen als u plotseling stopt met het gebruiken van morfine, kunt u zogenaamde ontwenningsverschijnselen krijgen. U kunt dit voorkomen door de dosering geleidelijk aan af te bouwen.

Fabel 3: Van morfine heb je steeds meer nodig.


Feiten: Zoals u heeft kunnen lezen, is de kans op verslaving aan morfine zeer klein. De reden dat de dosering van morfine zo nu en dan wordt aangepast, is omdat de pijn/benauwdheid toeneemt. Er is dan meer morfine nodig. Daarbij is het goed om te weten dat de dosering van morfine in principe geen bovengrens heeft.

Er zijn mensen die het honderdvoudige van de dosering waarmee ze zijn gestart krijgen toegediend. Het kan ook zijn dat uw behandelaar beslist over te gaan op een andere morfine.
 

Fabel 4: Morfine werkt sufheid in de hand.


Feiten: Sufheid is een bijverschijnsel dat kan optreden tijdens de eerste dagen van de behandeling met morfine. Vaak wordt echter de innerlijke rust, die optreedt als u geen last meer heeft van pijn, verward met sufheid en slaperigheid. Omdat pijn geen spelbreker meer is, kunt u beter slapen en na enkele dagen weer op krachten zijn om zo mogelijk deel te nemen aan het sociale leven.

Fabel 5: Morfine veroorzaakt ademhalingsmoeilijkheden.


Feiten: Bij de behandeling van pijn en/of benauwdheid met morfine, zorgt de morfine er niet voor dat u ademhalingsmoeilijkheden krijgt! Alleen zeer hoog gedoseerde morfine-injecties in de aderen kunnen negatief werken op de ademhaling.

Fabel 6: Morfine heeft veel bijwerkingen.


Feiten: Net als bij ieder ander geneesmiddel kunnen met morfine ook bijwerkingen optreden. De meest voorkomende bijwerking is verstopping van de darmen (obstipatie). Daarom zal uw behandelaar u altijd een recept geven voor een laxerend middel. De meeste andere bijwerkingen treden alleen op in het begin van de behandeling en verschillen erg per persoon. Zo kan in een aantal gevallen misselijkheid, een droge mond of verwardheid optreden. Meestal verdwijnen deze bijwerkingen na een aantal dagen. Is dat niet het geval, dan kan uw behandelaar een ander middel voorschrijven.

Fabel 7: Morfine is het laatste redmiddel


Feiten: Morfine kan in verschillende vormen gebruikt worden: tabletten, pleisters, onder de huid en via een infuus. Er zijn dus genoeg mogelijkheden om over te stappen. Ook zijn er morfineachtige middelen die ter vervanging gebruikt kunnen worden. En omdat de dosering van morfine geen maximum heeft, zijn er voldoende mogelijkheden.

Fabel 8: Morfine wordt alleen gebruikt in het eindstadium van kanker.


Feiten: Ongeveer 75% van de morfine wordt gebruikt door patiënten met langdurige, niet door kanker veroorzaakte pijn. Morfine kan dus jaren achtereen als geneesmiddel worden gebruikt en niet alleen in het eindstadium van kanker.

Fabel 9: Morfine werkt levensverkortend.


Feiten: Wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat morfine en morfinepreparaten niet levensverkortend werken.

Fabel 10: Je moet alleen morfine innemen als de pijn/benauwdheid te heftig is.


Feiten: Morfine werkt het beste als er steeds een bepaalde hoeveelheid van in het bloed aanwezig is. Dit kunt u bereiken door de langwerkende morfinepreparaten op vaste tijden in te nemen. Bij korte heftige pijn of benauwdheid kunt u extra kortwerkende medicatie voorgeschreven krijgen.

 

Fabel 11: Je kunt gewoon stoppen met morfine als het niet meer nodig is.


Feiten: Het is niet goed om morfine zo maar te stoppen. Zoals bij veel medicijnen went uw lichaam aan morfine. Daarom moet morfine geleidelijk aan worden afgebouwd. Uw behandelaar kan een schema voor u maken.

Fabel 12: Bij morfine mag je geen alcohol gebruiken.


Feiten: Matig alcoholgebruik is geen probleem bij morfinegebruik op medisch voorschrift. Drinkt u veel of grote hoeveelheden alcohol, dan kunnen de bijwerkingen van de morfine worden versterkt.

Belangrijke aanwijzingen

Houd goed overleg met uw behandelaar. Bij het instellen van de behandeling met morfine is het  belangrijk dat uw behandelaar weet of een bepaalde dosering de pijn/benauwdheid vermindert. Wees dus eerlijk en open tegen uw behandelaar en vertel het hem/haar als u nog klachten heeft.

Heeft u vragen? Raadpleeg uw behandelaar!

Als u na het lezen van deze informatie nog vragen heeft, bespreek deze dan gerust met uw behandelaar.

Versie: september 2020

Download PDF