TUR blaas (TUR = Trans uretrale resectie)
Inleiding
U heeft in het ziekenhuis een aantal onderzoeken gehad. Hieruit is gebleken dat u waarschijnlijk een blaastumor heeft. U krijgt een operatie om deze tumoren weg te halen. In deze folder wordt uitgelegd hoe het de operatie gaat en waar u rekening mee moet houden.
Blaastumoren worden verdeeld in twee groepen:
- Niet-spierinvasief groeiende tumoren
- Spierinvasief groeiende tumoren
Bij oppervlakkige blaaskanker is de tumor niet door de
spier in de blaas heen gegroeid.
Bij spierinvasieve blaaskanker is de tumor in de blaasspier gegroeid.
Om te weten om welke soort het gaat wordt een operatie (tur blaas) gedaan. Pas nadat het verwijderde weefsel is onderzocht, is duidelijk om welke vorm het gaat en welke behandeling er noodzakelijk is.
Voorbereiding
Wanneer u bloedverdunnende medicijnen gebruikt, vragen wij om dit van tevoren te melden. Soms moet u het gebruik van deze medicijnen voor de operatie stoppen. Dit gaat altijd in overleg met de uroloog. U wordt meestal op de dag van de operatie opgenomen en u kunt vaak de volgende dag weer naar huis.
De operatie
De ingreep gebeurt meestal met ‘spinale’ verdoving (de ruggenprik). U bent verdoofd van de navel tot en met de tenen. U ligt op de rug met uw benen in beensteunen. De blaas wordt nu bekeken zoals met een blaasonderzoek op de polikliniek. De blaastumor wordt weggesneden en het wondje dat ontstaat wordt gecoaguleerd (dichtgeschroeid).
Om de inwendige wond rust te geven en de bloederige urine af te voeren, wordt een blaaskatheter voor één dag achtergelaten.
Mitomycine spoeling
Na de ingreep bepaalt de uroloog of u een blaasspoeling met Mitomycine krijgt om eventuele achtergebleven tumorcellen te bestrijden. Mitomycine is een chemo spoeling. De blaasspoeling krijgt u binnen vier tot zes uur nadat u uit de operatiekamer komt. Deze wordt gegeven op de verpleegafdeling.
De Mitomycine spoeling wordt door de blaaskatheter ingebracht en heeft een uur nodig om zijn werk te doen. Bij dit proces wordt de katheterzak tijdelijk omhoog gehangen. Het kan voorkomen dat u binnen dat uur aandrang krijgt om te plassen. Stel hiervan de verpleegkundige op de hoogte. De katheterzak wordt dan afgehangen, zodat de spoeling met de urine kan aflopen.
Mitomycine is een chemotherapeutisch middel. Uw urine is gedurende 24 uur besmet met deze chemospoeling. Het is daarom belangrijk om gedurende deze 24 uur zittend te plassen en na het plassen twee keer door te spoelen met gesloten deksel. Wanneer u urine morst of als uw huid in contact komt met urine moet u de omgeving goed reinigen met water en Ph neutrale zeep. Na 24 uur is de chemo uit uw urine en hoeft u hier geen rekening meer mee te houden.
Gevolgen van een TUR blaas
Bij elke operatie kunnen complicaties optreden. Onderstaande complicaties kunnen bij de TUR-blaas voorkomen:
- Er kan een blaasbloeding optreden na de operatie, waarbij zich bloedstolsels vormen in de blaas. Meestal stopt de bloeding na het spoelen van de blaas via de katheter
- Na de operatie kunt u een urineweginfectie krijgen met of zonder koorts
- Soms kan er een gaatje ontstaan in de blaas. Het kan zijn dat u daardoor langer een katheter moet dragen, om ervoor te zorgen dat het gaatje geneest
Nazorg
Na de operatie blijft de katheter meestal één nacht in de blaas om eerst te zorgen voor een goede urineafvoer. Wanneer het plassen hierna goed op gang is gekomen, kunt u het ziekenhuis verlaten.
Klachten na de operatie
Klachten die kunnen ontstaan na deze operatie:
- Blaaskrampen of schrijnend gevoel in de plasbuis
- Vaker aandrang om te plassen
- Bloed in de urine
Dit normaliseert in de loop van enkele weken.
Het is belangrijk om de eerste week goed te drinken (ca 1,5- 2 liter per dag) en om de eerste week na de operatie geen zware lichamelijke arbeid te verrichten. Fietsen en autorijden kunt u, als u zich beter voelt weer hervatten.
Na ongeveer twe weken komt u op controle op de
polikliniek voor de uitslag van het weefselonderzoek.
Bloedverdunners
Als u voor de operatie bloed verdunnende middelen gebruikte, mag u het gebruik hiervan hervatten op voorschrift van de arts. Voordat u naar huis gaat wordt aan u medegedeeld wanneer u de antistolling weer kunt hervatten.
Wanneer neemt u contact op met ons?
- Als u niet meer kunt plassen
- Als u koorts krijgt boven de 38,5°C
- Als u bij het plassen veel bloed heeft met grote bloedstolsels
- Als u plotseling hevige buikpijn heeft die niet met de aanbevolen pijnstillers verdwijnt
- Als het bloedverlies na veertien dagen niet vermindert
- Bij ernstig brandende pijn tijdens het plassen
Tot slot
Deze folder is een algemene voorlichting en is bedoeld als extra informatie naast het gesprek met uw behandelend arts. Heeft u vragen? Stel ze in de BeterDichtbij app.
Kan het niet wachten? Bel dan op werkdagen naar de polikliniek Urologie (0512) 588 811.
Download PDF