Spring naar inhoud

Neusamandel verwijderen, wat nu?

Binnenkort wordt uw kind opgenomen voor het verwijderen van de neusamandel. Om een en ander voor uw kind zo goed en plezierig mogelijk te laten verlopen, kunt u in deze folder lezen wat uw kind te wachten staat.

Wat zijn de amandelen en wat is hun functie?

Het lichaam bezit een uitgebreid systeem om infecties te bestrijden, het zogenaamde lymfkliersysteem. De overgang van mond en neus naar de keel bevat, als een soort ring, veel van dit lymfklierweefsel. Het vangt binnendringende ziekteverwekkers zoveel mogelijk op en maakt ze onschadelijk.

In de neus-keelholte

Dit is de ruimte achter de neus boven het zachte gehemelte. Het verdikte lymfklierweefsel in het dak van de neus-keelholte noemt men neusamandel (het adenoïd). De neusamandel is vooral bij jonge kinderen aanwezig. Vanaf ongeveer het achtste levensjaar neemt de grootte af. Aan weerszijden van de neusamandel begint de zogenaamde buis van Eustachius, de verbinding waardoor lucht van de neus-keelholte naar de oren moet gaan.

Wat voor klachten kan de neusamandel geven?

Wanneer de neusamandel de hoeveelheid binnendringende ziekteverwekkers niet meer aan kan, raakt het zelf ontstoken. Hierbij treedt in het algemeen een forse zwelling van de neusamandel op.

Dit kan leiden tot een voortdurende of telkens optredende verkoudheid met een vieze neus. Andere klachten kunnen zijn: slecht slapen, snurken, kwijlen, veel door de mond ademen of herhaalde oorontstekingen.

Wanneer is het gewenst om de neusamandel te verwijderen?

De ernst van de klachten bepaalt of het nodig is de amandelen te verwijderen. Hierbij is de mate van ziek zijn van belang, maar ook de vraag hoe vaak dit optreedt. Wanneer het onvoldoende lukt om de klachten met medicijnen te bestrijden, dan kan het verstandig zijn om de amandelen weg te laten halen.

Bij de neusamandel is volledige verwijdering niet mogelijk. Het gaat hier om het uitnemen van het middelste, meest verdikte gedeelte. Het wordt via de keel verwijderd. De neusamandel kan vanuit de randen aangroeien en soms na verloop van tijd weer klachten geven.

De dag van de ingreep

• Uw kind wordt opgenomen op de afdeling B1 dagverpleging.

• Ouders mogen bij hun kind blijven en één van de ouders mag aanwezig zijn bij het in slaap maken van uw kind. Het mag, maar het moet niet. U kunt niet aanwezig zijn bij de ingreep zelf.

• Ruim voor de ingreep krijgt uw kind op de afdeling een pyjamajasje van het ziekenhuis om aan te trekken.

• Uw kind mag geen nagellak en sieraden op/om hebben.

• Daarna gaat uw kind, eventueel met één ouder, naar een wachtruimte van de operatiekamer.

Na de ingreep

• Wanneer uw kind geholpen is, kunt u zo snel mogelijk weer bij uw kind zijn.

• Na de behandeling blijft de keel nog enige tijd pijnlijk, vooral bij het slikken. Er kan dan ook nog wat bloed uit de neus of mond komen.

• Uw kind moet na de ingreep goed (koud) drinken. Het eerste uur elke 15 minuten tenminste 3 slokken, daarna elk half uur. Dit kan wat pijnlijk zijn, maar is nodig om eventuele nabloedingen te voorkomen.

• Als alles goed is verlopen kan uw kind weer mee naar huis, tenzij de behandelend KNO-arts anders beslist.

Na de ingreep vindt er na ongeveer 8 weken een (telefonische) controle plaats.

Nazorg

Pijnbestrijding

Bij ontslag krijgt u postoperatieve pijnbestrijdingsmedicatie mee. Het is raadzaam deze volgens voorschrift op vaste tijden te geven.

Eten en drinken

Veel drinken is erg belangrijk, meestal is hiervoor wat extra aansporing nodig. Uw kind mag na de ingreep alles eten wat hij of zij wil. Soms is het prettig om met een koud vloeibaar dieet te beginnen.

Koorts

Verhoging kan erbij horen. Bij koorts boven de 38,5° C adviseren we u contact op te nemen met uw huisarts.

Overig

• De eerste dagen kan uw kind veel speeksel produceren als reactie op de ingreep.

• Tandenpoetsen mag.

• De ontlasting kan zwart zijn als gevolg van het doorgeslikte bloed.

• Uw kind mag zijn/haar neus niet hard snuiten, wel deppen en afvegen.

• Als uw kind zich goed voelt, mag het weer naar buiten en eventueel naar school.

• Zwemmen mag weer na ongeveer een week.

Bij klachten buiten kantooruren die gerelateerd lijken aan de operatie die niet kunnen wachten tot de volgende dag, kunt u contact opnemen met de Spoedeisende Hulp op 0512 588 146.

Voor overige vragen kunt u de polikliniek KNO bellen. Zij zijn bereikbaar op 0512 588 804 tussen 08.00 en 10.00 uur en 13.00 en 15.00 uur.

Voor meer informatie kunt u kijken op www.kno.nl

Download PDF