Bij u is een oppervlakkig veneuze trombose vast gesteld, in de volksmond ook wel tromboflebitis of aderontsteking genoemd.
Wat is een aderontsteking?
In uw been zitten bloedvaten die het bloed terugvoeren naar het hart. Er zijn oppervlakkige aders en diepe aders. Deze zijn bij de knie en in de lies met elkaar verbonden. In een oppervlakkige ader kan een bloedstolsel ontstaan. Dit kan een aderontsteking geven. Meestal zit een aderontsteking in uw been, soms in uw arm. Heel soms kan een stolsel zich uitbreiden, van een oppervlakkige ader naar een diepe ader. Dan krijgt u een trombose been. Bij een trombose been is uw been rood, pijnlijk en dik. De ontsteking heeft niets met infectie en bacteriën te maken. Het geven van antibiotica heeft geen zin.
Wat zijn de verschijnselen van een aderontsteking?
- Op uw been (soms op uw arm) ontstaat een stugge en dikke pijnlijke streng.
- Rond deze streng ontstaat een rode, pijnlijke zwelling.
- De plek voelt warm.
- De plek kan klein zijn (enkele centimeters) of groter (langer dan 5 centimeter).
- Als je het niet behandeld, zie je de streng vaak langer worden.
Oorzaken
Hoe ontstaat een aderontsteking?
Bij een aderontsteking is er een stolsel in de oppervlakkige ader ontstaan.
De stolling van uw bloed is een ingewikkeld proces. Er ontstaan in uw aderen steeds kleine stolsels die ook weer opgeruimd worden. Een stolsel kan een bloedvat afsluiten. Dan probeert uw lichaam dat stolsel op te ruimen. Dat zorgt voor verschijnselen van ontsteking: een rode, warme en pijnlijke plek.
Hoe wordt oppervlakkig veneuze trombose vastgesteld?
Door te kijken naar en te voelen aan de aangedane plek in het been of de arm kan men al een sterk vermoeden hebben wat er aan de hand is. Bij twijfel wordt er een aanvullend onderzoek verricht.
Aanvullend onderzoek kan zijn:
Duplexonderzoek
De plaats en de grootte van het stolsel kan worden vastgesteld door middel van het duplexonderzoek. Dit is een combinatie van ultrageluidsgolven en echobeelden van het bloedstelsel. Tevens kan er worden onderzocht of er ook sprake is van een diep veneuze trombose (DVT). Zo kan de uitgebreidheid worden vastgesteld en wordt gekeken of de aders in het diepe systeem wel goed zijn.
Laboratoriumonderzoek
Om een eventuele onderliggende oorzaak van de OVT aan te tonen kan er tevens bloedonderzoek worden gedaan.
Behandeling van een oppervlakkig veneuze trombose (OVT)
Compressietherapie of therapeutische elastische kousen
Het aangedane been wordt gezwachteld of er wordt direct een therapeutische elastische kous met pelotte (“prop”) toegepast totdat het stolsel “opgelost” is. Naast dat compressie zwelling tegen gaat, is het ook pijndempend. Na een aantal uren merkt u vaak het effect al. Vervolgens wordt er een elastische kous aangemeten, die overdag moet worden gedragen. Ook wordt het Duplexonderzoek na een paar dagen herhaald om een uitbreiding van het stolsel uit te sluiten. Na 3 tot 6 maanden wordt vaak onderzoek van de aders gedaan. Vaak is een onderliggende spatader de oorzaak van een aderontsteking. Die kan dan behandeld worden om te voorkomen dat u weer een aderontsteking krijgt.
Bewegen
Goed bewegen in combinatie met compressie is belangrijk om de afvoer van bloed uit het been te bevorderen. Na een oppervlakkige veneuze trombose is het dan ook van belang om spoedig weer in beweging te komen, natuurlijk binnen de pijngrens. Lang staan en zitten is ongunstig en moet regelmatig worden afgewisseld met lopen.
Medicijnen
Soms zijn bloedverdunners nodig bij een aderontsteking. Uw behandelend arts zal u bloedverdunners adviseren als:
- de aderontsteking zich uitbreidt;
- de aderontsteking groot is;
- de aderontsteking bij de knie of de lies zit en meer kans geeft op uitbreiding naar de diepte, waardoor er een echte trombose ontstaat.
De bloedverdunners zijn injecties met InnohepÒ. InnohepÒ moet u 1 keer per dag onder uw huid spuiten (niet op de plek van de aderontsteking), gedurende 6 weken. U kunt leren InnohepÒ zelf in te spuiten of het door een ander laten doen. De dosering spreekt de arts met u af.
Als ik een dag vergeten ben om te spuiten, wat moet ik dan doen?
Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis “in te halen. Als u een dag bent vergeten te injecteren, injecteer de volgende dag dan geen dubbele dosis, maar ga door met uw gebruikelijke schema. Als u meer dan één dosis mist, neem dan contact op met uw behandelend arts.
Bij pijn
Gebruik bij voorkeur paracetamol. Paracetamol is een goede pijnstiller met weinig bijwerkingen. Oraal maximaal 4 x 1000 mg/24 uur met interval van tenminste 4 uur.
Als dat niet helpt, dan zijn er andere middelen (NSAID's), zoals naproxen, ibuprofen of diclofenac. Krijgt u bloedverdunners, dan worden NSAID's afgeraden.
Let op: NSAID's zijn goede pijnstillers, maar ze geven regelmatig vervelende bijwerkingen. Ze kunnen (soms ernstige) maagklachten geven en de werking van andere medicijnen beïnvloeden. Heeft u maag-, darm-, hart-, vaat- of nierproblemen? Bent u ouder dan 60 jaar? Gebruikt u medicijnen? Of heeft u ooit een allergische reactie gehad na een NSAID? Overleg dan eerst met uw huisarts of apotheker voordat u een NSAID gebruikt. Lees meer bij NSAID's.
Soms krijgt u er een medicijn (omeprazol) bij om de maag tegen NSAID's te beschermen.
Hoe gaat het verder bij een aderontsteking?
Binnen enkele weken wordt de aderontsteking minder en zal de plek helemaal verdwijnen. Als de aderontsteking terugkomt, neem dan contact op met uw huisarts. Meestal zal uw dermatoloog een afspraak met u maken om na 3 tot 6 maanden een spataderonderzoek te verrichten en te kijken of er eventuele behandeling noodzakelijk is.
Wanneer contact opnemen bij een aderontsteking?
- Als u plotseling benauwd wordt;
- Als u veel sneller ademt dan normaal;
- Als het ademen pijn doet;
- Als u slijm ophoest met een beetje bloed erin.
Meld het bij de polikliniek Dermatologie
- Als uw onderbeen dikker of pijnlijker wordt;
- Als u merkt dat de aderontsteking zich uitbreidt.
Polikliniek Dermatologie
Maandag t/m vrijdag 8.30 tot 16.30 uur
Tel.nr. (0512) 588 801