Spring naar inhoud

RACZ-procedure (epidurale adhesiolysis)

Littekenweefsel met irritatie van de zenuwwortel(s) kan ontstaan na een onstekingsreactie en/of operatie van de rug.

De RACZ-procedure (of epidurale adhesiolysis) richt zich op het losmaken en soepel maken (verminderen) van inwendig littekenweefsel/verklevingen om zo verlichting van de pijnklachten te bewerkstelligen.

Wie komt in aanmerking voor deze procedure?

  • Patiënten met chronische lage rug- en beenpijn
  • Patiënten die een rugoperatie hebben ondergaan (Failed Back Surgery Syndrome)
  • Patiënten met (al dan niet geopereerd) wervelkanaalstenose (vernauwing van het wervelkanaal)

Deze procedure wordt voorgesteld nadat diagnostische wortelblokkades (eventueel gevolgd door een warmtebehandeling (pulsed radiofrequency)) onvoldoende lang pijnstilling hebben gegeven.

Hoe verloopt de procedure?

Deze behandeling vindt plaats in het Pijncentrum. 
Bij de RACZ-procedure komt u, op uw buik, op een röntgentafel te liggen op een kussen (geplaatst onder het bekken). Na het desinfecteren en steriel afdekken, wordt onder lokale verdoving een naaldje ingebracht ter hoogte van het heilig been (hiatus sacralis), net boven het staartbeen.

Onder röntgendoorlichting wordt via het naaldje een nylon slangetje (epidurale katheter) tot bij het inwendige littekenweefsel ingebracht. Met röntgencontrastvloeistof wordt de juiste plaats bepaald.

Door het toedienen van het enzyme hyalase (soepel maken en verminderen van het litteken), Clonidine (verminderen van zenuwpijn), een ver­dovingsvloeistof en een ontstekingsremmer (Dexamethason) wordt geprobeerd het littekenweefsel los en soepel te maken. Dit om pijnverlichting te bewerkstelligen.

Als laatste stap wordt de katheter verwijderd en een pleister geplakt ter hoogte van de punctieplaats.

Deze behandeling duurt on­geveer 30 minuten.

Na de behandeling wordt u naar de nazorgkamer gebracht. Hier blijft u een tijdje ter observatie.
 

RACZ-procedure

Röntgenbeeld RACZ-procedure

Complicaties en bijwerkingen

Iedere behandeling brengt een risico met zich mee. De behandeling leidt zelden tot ongewenste, blijvende schade. De anesthesioloog/pijnspecialist overlegt met u als de behandeling voor u bijzondere risico's met zich meebrengt.

  • Als zeldzame complicatie kan het harde ruggenmergvlies (dura mater) worden aange­prikt. Dit kan aanleiding geven tot hoofdpijn, die meestal vanzelf verdwijnt
  • Uiterst zelden kan er een tijdelijk kracht- en/of gevoels­verlies van de benen optreden
  • Soms treedt er na de behandeling napijn op. Deze napijn kan enkele weken aan­houden, maar verdwijnt vrijwel altijd weer. U kunt hiervoor een pijnstiller innemen (bijvoorbeeld Parace­tamol of Tramadol) of aan uw huisarts of specialist om een andere pijnstiller vragen
  • Als bijwerkingen van de gebruikte medicijnen kunnen bij vrouwen opvliegers optreden en kan de menstruatie korte tijd verstoord worden
  • De anticonceptiepil kan gedurende de cyclus minder betrouwbaar zijn
  • Patiënten met suikerziekte moeten extra aandacht besteden aan de glucosewaarde in het bloed
  • Als u allergisch bent voor röntgencontrastvloeistof, moet u dit altijd overleggen met uw anesthesioloog/pijnspecialist

Resultaat

Hoewel sommige patiënten meteen verbetering merken, kan pas na enkele weken het resultaat van de behandeling be­oordeeld worden. In een aantal gevallen is het nodig de be­han­de­ling te herhalen.

Tot slot

Bij complicaties na een behandeling, kunt u tijdens kantoortijden contact opnemen met het Pijncentrum, tel.nr. 0512 588 381. Buiten kantoortijden kunt u contact opnemen met Dokterswacht Friesland, tel.nr. 0900 112 7112.

De poliklinische controle vindt doorgaans plaats na drie maanden.


  • Informeer ons vóór de behandeling over een eventuele zwangerschap.
  • Na de behandeling mag u dezelfde dag niet actief aan het verkeer deelnemen. Neem daarom iemand mee naar de afspraak die u naar huis kan brengen
  • Als u antistollingsmiddelen (bloedverdunners) gebruikt, dit graag op tijd melden. Veel bloedverdunners moeten namelijk een aantal dagen gestopt worden
  • Informeer ons als u allergisch bent voor röntgencontrastmiddelen

Vragen

Heeft u na het lezen nog vragen, dan kunt u deze bespreken met uw behandelend specia­list.

Download PDF