Waarmee kunnen we u helpen?
QuikRead go
CRP:
CRP is een acute-fase-eiwit en is in lage concentraties aanwezig bij gezonde personen. Elke pathologische status, geassocieerd met een invasieve bacteriële infectie, ontsteking of weefseldestructie, gaat samen met verhoging van de CRP-concentratie. Stijging van de CRP-concentratie gaat snel en verhoogde waarden kunnen worden gemeten binnen 6 tot 12 uren na het ontstaan van het ontstekingsproces. De snelle bepaling van de CRP-concentratie in volbloed door huisartsen dient als hulpmiddel bij het evalueren van de indicatie voor anti-microbiologische therapie en is van diagnostisch belang voor het onderscheid tussen een bacterieel en een viraal proces. Kwantitatieve bepaling van de CRP-concentratie wordt ook gezien als een sensitieve indicator voor de werkzaamheid van anti-microbiologische therapie en voor het verloop van infecties.
Hb (hemoglobine):
Het Hb is het ijzerhoudende eiwit in rode bloedcellen dat zuurstof transporteert. Een verlaging van de Hb-concentratie kan veroorzaakt worden door ijzertekort of door bloedverlies. Een verhoogde Hb-concentratie kan wijzen op een beperkte zuurstoftoevoer, bijvoorbeeld door verblijf in berggebieden of bij rokers.
- pdf Instructiekaart QuickRead Go CRP-Hb 383 kB Download
Afinion
HbA1c:
HbA1c in volbloed met behulp van de Afinion TM AS100. Hemoglobine A1 (HbA1) is een geglycolyseerde vorm van het adult Hb (HbA). Afhankelijk van het glucosegehalte in het bloed wordt in de erytrocyt glucose irreversibel aan het Hb-molecuul gebonden. Op deze wijze ontstaat het HbA1. Naast HbA1c zijn ook HbA1a1, HbA1a2 en HbA1b bekend. In plaats van glucose, zijn in deze Hb-vormen andere suikers ingebouwd. De bepaling van de hoeveelheid HbA1c in bloed geeft een goede afspiegeling van het glucosegehalte in het bloed tijdens een periode van circa twee maanden voor de bloedafname en is daarom een goede controle op de instelling van patiënten met Diabetes Mellitus.
CoaguChek
INR:
De INR-waarde vormt de leidraad op de effectiviteit van de behandeling met Orale Antistollings Coagulantia (coumarine derivaten), verder te noemen OAC. De behandeling met OAC wordt toegepast bij patiënten met trombose of met een verhoogde kans op trombose (preventief). Deze behandeling kan plaatsvinden bij klinische- en ambulante patiënten. De behandeling bij klinische patiënten wordt ingesteld door de behandelende specialist en bij ambulante patiënten door de Trombosedienst. OAC remmen de reactivering van de vitamine K. Vitamine K is betrokken bij de carboxylering van eiwitten in de lever, waaronder de stollingsfactoren. Bij gebrek aan vitamine K of door behandeling met OAC vindt de carboxylering in de lever niet plaats en ontstaan er z.g. PIVKA’S (Protein Induced by Vitamine K Absence). Deze abnormale stollingseiwitten hebben een verlaagde activiteit in het stollingsmechanisme. De Protrombinetijd is dan ook verlengd en de mate waarin is een indicator voor de effectiviteit van de behandeling met OAC.
- doc Instructiekaart CoaguChek Proll 195 kB Download