Wat is een TIA?
Een zorgverlener onderzoekt of u een TIA heeft gehad. In deze Divi krijgt u meer informatie over de onderzoeken die gedaan worden.
Onderzoeken
Een neuroloog doet meerdere onderzoeken bij u. Zo onderzoekt de neuroloog of u een TIA heeft gehad en wat de oorzaak van de TIA was. Deze onderzoeken worden op de TIA-poli gedaan.
Gesprek met de zorgverlener
U heeft eerst een gesprek met een neuroloog. Tijdens dit gesprek vertelt u wat uw klachten zijn. Afhankelijk van het gesprek en lichamelijk onderzoek, wordt gekeken of er nog verder onderzoek moet plaatsvinden zoals hieronder beschreven.
Bloedonderzoek

Een zorgverlener onderzoekt uw bloed. Hiervoor moet u bloed laten afnemen.
ECG (hartfilmpje)

Een zorgverlener maakt een filmpje van uw hart. Dit noemen we een ECG. Dit staat voor elektrocardiogram. Met dit filmpje onderzoekt de zorgverlener of u hartafwijkingen heeft.
Duplexonderzoek
Een zorgverlener onderzoekt de bloedvaten in uw hals. Dit heet een duplexonderzoek. De zorgverlener gebruikt hiervoor een echobeeld en geluidsgolven. Zo onderzoekt de zorgverlener of u een vernauwing in de bloedvaten in uw hals heeft.
CT-Scan van het hoofd

Een zorgverlener maakt een CT-Scan van het hoofd. Dit is een onderzoek met röntgenstralen. Met de scan maakt de zorgverlener een dwarsdoorsnede van uw schedel en de hersenen. Met deze scan bekijkt de zorgverlener of er afwijkingen in uw hoofd te zien zijn.
Uitslag van de onderzoeken
Gesprek met de zorgverlener
Na alle onderzoeken heeft u een gesprek met de neuroloog, dit kan op de polikliniek of telefonisch. De neuroloog bespreekt dan de uitslag van alle onderzoeken. Ook vertelt de neuroloog of u een TIA heeft gehad.
Uitslag: TIA

Heeft u een TIA gehad? De neuroloog bespreekt dan met u de behandeling. Het is mogelijk dat u bijvoorbeeld medicijnen krijgt. Soms moet u geopereerd worden aan uw halsslagader.
Uitslag: geen TIA
Het is mogelijk dat u geen TIA heeft gehad. De neuroloog bespreekt dan met u wat de oorzaak van uw klachten kan zijn.
Neem iemand mee
Neem iemand mee naar het gesprek. Dit kan bijvoorbeeld iemand uit de familie zijn of een vriend.
Leefstijl
Een gezonde leefstijl is belangrijk. Hiermee voorkomt u nieuwe TIA’s of herseninfarcten.

Stop met roken
Roken is slecht voor uw gezondheid. Wij adviseren u om te stoppen met roken. Heeft u hier hulp bij nodig? Geef dit dan aan bij uw neuroloog of huisarts.
Gezonde voeding
Het is belangrijk om gezond te eten en te drinken. Door gezond te eten en te drinken heeft u minder kans op hartziekten en vaatziekten. Ook zorgt gezond eten ervoor dat u alle voedingstoffen binnenkrijgt die het lichaam nodig heeft.
Bewegen
Zorg dat u regelmatig beweegt. Dit is goed voor uw gezondheid. Voor een gezond leven is bewegen belangrijk. Door te bewegen verbruikt u energie en verbetert u uw conditie. Ook zorgt beweging voor het opbouwen van spieren. Hierdoor voelt u zich fitter.
Niet autorijden

Heeft u een TIA gehad? Dan mag u de eerste twee weken na de TIA niet autorijden.
Bloeddruk, cholesterol en suiker
Een verhoogde bloeddruk, cholesterol of suiker geeft een hoger risico op nieuwe TIA’s of herseninfarcten. Het is daarom belangrijk dat dit regelmatig gecontroleerd wordt. Als het nodig is moet dit ook behandeld worden.
Controle en begeleiding
Het is belangrijk om een goede leefstijl te hebben. De huisarts of praktijkondersteuner kan u hierbij begeleiden. Ook gaat u voor controles naar de huisarts of praktijkondersteuner.