Inleiding
Spinale verdoving (ruggenprik)
Een spinale verdoving noemen we ook wel een ruggenprik. Er wordt een verdovingsvloeistof ingespoten rond de zenuwen onderin de rug. Alle zenuwen naar het onderlichaam, tot meestal ongeveer de navel, worden hierbij verdoofd.
Spinale anesthesie wordt vaak gebruikt bij operaties aan de onderste helft van het lichaam, zoals bijvoorbeeld heup, knie of liesbreuk.
Hier krijgt u meer informatie over een spinale verdoving (ruggenprik).
Uw voorbereiding
Bereidt u voor en houdt u aan de onderstaande instructies
Medicijnen

Met uw anesthesioloog maakt u op het preoperatieve spreekuur afspraken. U bespreekt of u uw eigen medicijnen kunt blijven gebruiken. Soms moet u een medicijn tijdelijk stoppen. Volg deze instructies altijd op
Nuchter zijn (niet eten en drinken)

Voor de verdoving is het belangrijk dat u nuchter bent. Dit betekent dat u vanaf een bepaald tijdstip niet meer mag eten en drinken. De anesthesioloog geeft u hierover meer informatie op het pre-operatieve spreekuur. Lees deze instructies goed door en volg ze op.
Als uw meldingstijd voor 11.00 uur is:
U mag op de operatiedag niets eten
Tot 2 uren vóór de meldingstijd mag u water, limonade, thee / koffie (zonder melk), heldere vruchtensap of pre-op drank drinken. Geen melkproducten, vruchtvlees of alcohol
Als uw meldingstijd na 11.00 is:
U mag nog een licht ontbijt vóór 6.30 uur: brood, ontbijtkoek, beschuit, crackers, zoet beleg, fruit of zuivelproducten (bijvoorbeeld: boter, kaas, yoghurt, melk). Geen vlees, vet of gebakken voedsel
Na 6.30 mag u niets meer eten, alleen nog drinken tot 2 uren voor de meldingstijd: water, limonade, thee / koffie (zonder melk), heldere vruchtensap of pre-opdrank. Geen melkproducten, vruchtvlees of alcohol
Als u de regels niet volgt, kan de anesthesioloog besluiten dat de ingreep niet doorgaat. Het risico is te groot dat er eten vanuit de maag in de longen komt.
Roken

Rookt u? Doe dit dan zo weinig mogelijk. Door het roken kan er slijm in de luchtwegen vrijkomen. Hier kunt u last van krijgen na de operatie. Stop daarom 6 weken voor de operatie met roken. Ook voor de genezing is het beter dat u stopt met roken.
Horloges, sieraden en piercings.

Draag geen horloge, sieraden of piercings. Plak ook geen pleister of tape op een sieraad. Dit is geen veilige oplossing en mag daarom niet.
Een gehoorapparaat, bril of contactlenzen mag u soms blijven gebruiken. Dit is in overleg met de anesthesioloog. Kan dit niet, dan kunt u deze zo lang mogelijk bij u houden.
Geen make-up of dag- en nachtcrèmes

Verwijder voor de operatie uw make-up, en dag- en nachtcrèmes. Nagellak of kunstnagels mogen blijven zitten.
Gebit

Het is belangrijk dat u aan de anesthesioloog door te geven als u een slecht gebit of loszittende tanden heeft.
U mag uw kunstgebit inhouden.
CPAP-apparaat of snurkbeugel (MRA)

Heeft u Obstructief Slaap-Apneu (Syndroom)? En wordt u behandeld met een CPAP-apparaat of snurkbeugel (MRA)? Dan is het belangrijk dat u bij een opname of behandeling het CPAP-apparaat of de snurkbeugel (MRA) meeneemt naar het ziekenhuis.
Operatiejas
Voordat de operatie begint, krijgt u een operatiejasje. Trek uw eigen kleding uit en trek de operatiejas aan.
Voor de ingreep
Als u in bed naar het operatiecentrum gaat, heeft u op de afdeling voorbereidingen getroffen. Heel belangrijk is dat u vanaf een bepaald tijdstip niet meer heeft gegeten en gedronken. En u bent naar de wc gegaan om te plassen. Ook heeft u uw sieraden afgedaan en een operatiejas aangetrokken.
De verdoving: spinale anesthesie (ruggenprik)
Bekijk hier hoe de verdoving in zijn werk gaat.
De verdoving: spinale anesthesie (ruggenprik)
Een spinale verdoving noemen we ook wel een ruggenprik. Er wordt een verdovingsvloeistof ingespoten rond de zenuwen onderin de rug. Dit gebeurt vlak voor de operatie terwijl u zit met gebogen rug. Alle zenuwen naar het onderlichaam, tot meestal ongeveer de navel, worden hierbij verdoofd.
De ruggenprik kan op de operatiekamer worden gegeven, of op de voorbereidingsruimte van het operatiecentrum (holding).
Nazorg na uw ingreep
Nazorg na de verdoving
Uitwerking verdoving

Na afloop komt de beweging en het gevoel weer helemaal terug als de verdoving is uitgewerkt. Dit kan twee tot zes uur duren, afhankelijk van het middel dat u heeft gekregen.
Pijn
Als de verdoving uitgewerkt raakt, kunt u pijn krijgen. Dat hoeft niet erg te zijn. Zorg ervoor dat u het geopereerde lichaamsdeel rust geeft. Hierdoor kan het genezen. U moet de pijn wel aankunnen. En u moet goed kunnen ademen en slapen. Overleg anders met uw arts.
Uw anesthesioloog vertelt de andere zorgverleners welke medicijnen u mag hebben. Ook bespreken zij hoe vaak u medicijnen mag.
Na de ingreep kunt u last hebben van spierpijn en pijnlijke gewrichten. Meestal komt dit door de houding waarin u gelegen heeft tijdens de ingreep.
Plassen

Soms lukt het niet om te plassen. Dit kan komen door de ruggenprik of door sterke pijnstillers. Het kan schadelijk zijn als de blaas te vol raakt.
Lukt het niet om zelf te plassen? Dan brengen we een slangetje via de plasbuis in de blaas. Zo maken we de blaas leeg.
Slaperigheid

Na een verdoving kunt u nog enkele uren slaperig zijn. Het is daarom goed dat u rustig de tijd neemt om uit te slapen.
Niet deelnemen aan het verkeer
De eerste 24 uur na de ingreep mag u niet zelf autorijden. U mag ook niet op een andere manier deelnemen aan het verkeer. Krijgt u een ongeluk omdat u toch deelneemt aan het verkeer? Dan bent u niet verzekerd.
Zorg er indien mogelijk voor dat u de eerste 24 uur na de ingreep niet alleen thuis bent.
Eten en drinken
Op de uitslaapkamer kunt u wat drinken of een waterijsje eten.
Risico's en complicaties
Na een operatie met een ruggenprik kunt u problemen krijgen. Deze problemen noemen we complicaties. Hier vindt u informatie over wat de complicaties zijn.
Risico’s en complicaties

Aan alle medische ingrepen zitten risico's. Welke risico's dit zijn hangt af van:
Uw conditie
Uw leeftijd
Uw leefgewoonten
Overige punten. Bijvoorbeeld van de ingreep of ziektes die u heeft
Over het algemeen komen complicaties bijna niet voor. Zelfs niet bij ernstig zieke patiënten en bij spoedoperaties. Doordat u goed in de gaten wordt gehouden, kan de anesthesioloog problemen meteen oplossen en behandelen.
Mogelijke complicaties bij een spinale verdoving

Onvoldoende pijnstilling. Soms kan het zijn dat het plaatsen van de ruggenprik niet lukt of dat de verdoving onvoldoende werkt. U krijgt dan extra verdoving of een andere vorm van pijnstilling
Lage bloeddruk. Dit komt vaak voor en kan snel verholpen worden
Uitbreiding van de verdoving. Soms komt het voor dat het verdoofde gebied zich wat verder naar boven uitbreidt. Uw handen kunnen gaan tintelen. U kunt soms wat moeilijker ademen. Dit is ongevaarlijk. De anesthesioloog geeft u wat extra zuurstof. Meestal zijn de klachten daarmee opgelost
Hoofdpijn. Na een ruggenprik kunt u hoofdpijn krijgen. Deze
hoofdpijn onderscheidt zich van 'gewone' hoofdpijn doordat de pijn
minder wordt bij platliggen en juist erger wordt bij overeind komen
Meestal verdwijnt deze hoofdpijn binnen een week vanzelf.
Rugpijn. De plaats waar de prik gegeven is kan pijnlijk zijn. Dit heeft te maken met de houding tijdens de operatie of een kleine bloeduitstorting op de prikplek. De klachten verdwijnen meestal vanzelf
Problemen met plassen
Een allergische reactie, bijvoorbeeld met huiduitslag en jeuk. Heel soms komt een ernstige allergische reactie voor. Hierbij kan een hartstilstand of ademstilstand optreden. Er wordt altijd rekening gehouden met uw bekende allergieën
Heel soms beschadigen zenuwen. Dit kan komen door prikken of een verkeerde ligging
Bloeding of infectie binnen in de rug op de plaats van de prik. Dit is een ernstige, maar een zeer zeldzame complicatie