Uw voorbereiding
Bereid u voor en houd u aan de onderstaande instructies.
Bevallen met een ruggenprik
Tijdens de bevalling is het mogelijk om pijnbestrijding via een ruggenprik te krijgen. De bevalling verloopt dan onder verantwoordelijkheid van een gynaecoloog. Dit heet epidurale pijnbestrijding en wordt verricht door de anesthesioloog. Tijdens de zwangerschap kunt u op de preoperatieve poli hierover een gesprek hebben bij de anesthesiologie.
Als u tijdens de bevalling besluit tot een ruggenprik, dan spreekt u direct voor het zetten van de ruggenprik met de anesthesioloog.
Heeft u nog vragen over een ruggeprik?

Stel uw vragen voor de bevalling aan uw gynaecoloog of anesthesioloog.
Voor de ingreep
De verdoving
De ruggenprik
Let op!

Tijdens de ruggenprik moet u stil blijven zitten. Dit kan moeilijk zijn tijdens de weeën. De anesthesioloog zal tussen twee weeën proberen te prikken.
Duur van de procedure

Meestal lukt het om snel het dunne slangetje in te brengen. Het duurt enkele minuten voordat de verdoving begint te werken. Na 10 tot 20 minuten is deze helemaal ingewerkt.
Nazorg na uw ingreep
Terug naar de verloskamer
Nadat de verdoving is ingewerkt wordt u teruggebracht naar de verloskamer.
Urinekatheter

Bij een epidurale verdoving wordt bijna altijd een slangetje in de blaas ingebracht, een urinekatheter. Dit doen we omdat u niet zelf kunt plassen zolang u verdoofd bent.
De katheter wordt verwijderd zodra de ruggenprik is uitgewerkt. Soms gaat daar nog wat tijd overheen.