Inleiding
Het plaatsen van een pacemaker

U komt in aanmerking voor het plaatsen van een pacemaker.
Een pacemaker is een apparaatje dat het hart stimuleert door regelmatig een stroomstootje af te geven wanneer dit nodig is. De pacemaker helpt uw hart bij het behouden van een zo normaal mogelijk hartritme.
Besluit nemen
Samen beslissen

‘Samen beslissen’ betekent dat u samen met uw arts of physician assistant beslist over welke zorg het beste bij u past. Uw arts geeft u informatie over het plaatsen van een pacemaker, en wat de medische voor- en nadelen hiervan zijn. Ook worden de risico's op mogelijke complicaties van de ingreep besproken. U bespreekt samen wat dit betekent voor uw eigen situatie.
Uiteindelijk beslist u samen of een pacemaker het beste bij u past. Uw wensen en situatie zijn dus bepalend voor de uiteindelijke beslissing.
Mogelijke risico's op complicaties
Mogelijke complicaties

Zoals bij alle medische behandelingen zijn aan de plaatsing van een pacemaker ook risico's verbonden. Zoals:
Bloeduitstortingen van de huid op de plek van de pacemaker
Bloeding in het onderliggend weefsel
Infectie
De draad kan losraken en moet dan opnieuw worden vastgezet
Wordt het bloedvat gebruikt dat onder het sleutelbeen loopt? Dan is er een klein risico op het krijgen van een klaplong doordat er lucht komt tussen de longbladen. U krijgt de dag na de ingreep een röntgenfoto van uw longen om dit te controleren
Afspraken
Voor de ingreep heeft u een aantal voorbereidende afspraken.
Opnamedatum

U krijgt thuis een bericht over datum en tijdstip van de opname en waar u zich kunt melden.
Medicijnen
Bereid u voor door de onderstaande stappen goed door te lezen.
Bloedverdunners (antistollingsmiddel)

Bij het gebruik van Acenocoumarol of Fenprocoumon ontvangt u instructies over het (tijdelijk) aanpassen van de bloedverdunners.
Geef de datum van de behandeling zo snel mogelijk door aan de trombosedienst. De trombosedienst kan met uw behandelend arts overleggen hoe de dosering van het bloedverdunners moet worden aangepast.
Heeft u geen instructie ontvangen? Neem dan contact op met de trombosedienst. Stop nooit zelf met de medicatie.
Als u DOAC-medicijnen gebruikt, moet u hier tijdelijk mee stoppen. Het tijdstip van stoppen is afhankelijk van het merk en soort DOAC en uw nierfunctie. U krijgt hierover uitleg van uw arts.
Andere medicijnen
Gebruikt u plastabletten? Neem deze dan na de ingreep in.
Overige medicijnen kunt u gewoon innemen, tenzij de cardioloog anders met u heeft besproken.
Algemeen
Neem voor uw ziekenhuisbezoek het volgende mee:

Neem voor uw ziekenhuisbezoek het volgende mee:
Uw patiëntenpas
De pas van uw ziektekostenverzekering
Een geldig legitimatiebewijs (identiteitskaart, rijbewijs, paspoort)
Een lijstje met de medicijnen die u gebruikt. Dit wordt ook wel een AMO (Actueel Medicatie Overzicht) genoemd
Uw eigen medicatie of hulpmiddelen (denk hierbij bijvoorbeeld ook aan longpufjes of eventueel C-PAP)
Houd rekening met een overnachting

Als alles naar verwachting verloopt kunt u de volgende dag het ziekenhuis weer verlaten. Houdt u er rekening mee dat de cardioloog of physician assistant kan besluiten dat u toch langer moet blijven.
Bereid u voor op een overnachting. Neem extra kleding, nachtkleding en uw toiletartikelen mee.
Wij adviseren u om waardevolle spullen thuis te laten.

Het ziekenhuis is niet verantwoordelijk voor vermissingen of beschadiging van uw eigendommen.
Aanvullende informatie
Heeft u koorts of koorts gehad vlak voor de opname?

Als u koorts heeft of koorts heeft gehad vlak voor de opname moet u dit melden. U heeft dan namelijk meer risico op een infectie. De kans is groot dat de ingreep moet worden uitgesteld.
Dag van de ingreep
Opname

U kunt zich melden op het afgesproken tijdstip zoals aangegeven in uw oproepbrief.
Een verpleegkundige verzorgt de opname en geeft u aanvullende informatie. Als er geen bijzonderheden zijn, wacht u op de afdeling af tot u naar de afdeling Hartkatheterisatie wordt gebracht, waar de pacemaker wordt geplaatst.
Voorbereiding op uw ingreep

U krijgt een infuus in uw arm aan de zijde waar ook de pacemaker wordt geplaatst. Door dit infuus wordt antibiotica toegediend om de kans op infecties zo klein mogelijk te houden
U kunt uw eigen medicijnen innemen, behalve eventuele plastabletten en bloedverdunners
Het is verstandig om voor de ingreep naar het toilet te gaan
U mag voor de ingreep wel eten en drinken
De ingreep
Het plaatsen van een pacemaker
De ingreep duurt 1-2 uren

Na de ingreep
Na de ingreep

Op de behandelkamer wordt uw hartritme, bloeddruk en zuurstofgehalte in het bloed gecontroleerd. Als er geen problemen zijn mag u terug naar de afdeling.
Op de afdeling wordt u aan de telemetrie gekoppeld, zodat uw hartritme bewaakt blijft. De verpleegkundige controleert uw wond op bloedingen en meet regelmatig uw temperatuur, hartslag en bloeddruk. Ook wordt een hartfilmpje (ECG) gemaakt. U krijgt zo nodig pijnstillers. Helpen deze pijnstillers niet voldoende? Geef dit aan bij de verpleegkundige.
Het is belangrijk om uw arm zoveel mogelijk rust te geven. Zie hiervoor 'Leefregels'.
De dag na de ingreep (of in de middag na de ingreep) komt de pacemakertechnicus langs voor een laatste controle. Ook wordt er een controle röntgenfoto gemaakt.
Wanneer alle controles goed zijn komt de physician assistant langs voor een afrondend gesprek en kunt u naar huis.
Niet autorijden

U mag niet zelf autorijden, dus laat u door iemand anders thuisbrengen.
De wond
Een wond gesloten met een oplosbare hechting

48 uur na de ingreep mag u kortdurend douchen (< tien min). De wond wordt afgedekt met een pleister. Wrijf niet over de wond. Na drie dagen na de ingreep mag u de pleister verwisselen. Vier dagen na de ingreep mag u de pleister voorzichtig verwijderen, mits de wond droog is. Eventueel kunt u de pleister vooraf nat maken om het loslaten te vergemakkelijken. . Bij (heftige) jeuk mag de pleister er eerder af, mits de wond droog is.
Controles

Controle na twee maanden
Na ongeveer twee maanden komt u naar de polikliniek voor de eerste controle bij de pacemakertechnicus. U heeft dan rond die tijd ook een controle gesprek met de cardioloog.

Controle bij ICD/Pacemaker technicus
Vervolgens komt u in principe ieder jaar bij de pacemaker-technicus voor controle. Bij de pacemaker-controle leest de technicus de pacemaker uit. De technicus kan dan zien of u ritmestoornissen heeft gehad en of de pacemaker toen gewerkt heeft. Verder worden de pacemaker-draden doorgemeten en wordt de spanning van de batterij gecontroleerd.
Leefregels
Na de ingreep

Het is heel belangrijk dat u de eerste zes weken uw arm niet boven de schouder heft
Maak geen bewegingen die een zaagbeweging in uw schouder veroorzaken, zoals stofzuigen en dweilen.
U mag de eerste zes weken geen zware dingen tillen (meer dan vijf kg). Het duurt ongeveer zes weken voordat de draden goed vastgegroeid zijn en de wond genezen is
Let erop dat u uw schouder wel blijft gebruiken, zodat deze soepel blijft
De eerste maand mag de wond niet langdurig nat zijn (weken) zoals bij baden, zwemmen en sauna bezoek
U mag de eerste twee weken niet fietsen
Voer geen telefoongesprekken met uw mobiele telefoon waarbij u de telefoon aan de kant houdt waar de pacemaker is ingebracht.
Geadviseerd wordt om minimaal 15 cm tussen de telefoon en de pacemaker te houden.
De pacemaker kan tijdelijk beïnvloed worden door te lang bloot te staan aan de straling.
Wanneer contact opnemen?

Tot de controle afspraak neemt u contact op met de polikliniek Cardiologie (0512 588 806) bij alle acute problemen aan de wond, zoals:
Roodheid
Zwelling
Koorts (boven de 38ºc)
De wond vochtig blijft na drie dagen toevoegen
De wond is open gegaan
Neem buiten kantoortijden contact op met de Spoedeisende Hulp (SEH) 0512 588146.
Heeft u na de controle afspraak weer klachten? Neem dan contact op met uw huisarts.
Autorijden

U mag de eerste twee weken na de ingreep niet autorijden, omdat de wond moet genezen en u moet wennen aan de pacemaker.
Wanneer u beroepschauffeur bent, mag u ook tot twee weken na de implantatie niet rijden. Om toestemming te krijgen voor rijden als beroepschauffeur is altijd een rapport van uw behandelend cardioloog nodig.
Bij overlijden

In de eindfase van uw leven hoeft de pacemaker niet actief te worden uitgezet.
In geval van overlijden zal de begrafenisondernemer de pacemaker verwijderen. Dit is wettelijk verplicht.
Verdiepende informatie
Meer informatie over uw onderzoek of behandeling
Het vervangen van een pacemaker
De gemiddelde pacemaker gaat zes tot acht jaar mee. Bij controles wordt steeds gekeken hoe lang de pacemaker nog mee kan. Als de batterij bijna leeg is, krijgt u een nieuwe pacemaker. De cardioloog sluit de nieuwe pacemaker dan aan op de oude geleidingsdraden. Deze draden gaan meestal veel langer mee dan de pacemaker. Soms is het ook nodig de draden te vervangen. Dit zal de cardioloog of de physician assistant met u bespreken.
Lees meer

U kunt veel medische informatie op het internet vinden. Hieronder volgt een lijstje met interessante en betrouwbare websites:
Folders:
Pacemaker - Leefregels na ontslag › Ziekenhuis Nij Smellinghe
Contact:
Heeft u vragen? Stel ze in de BeterDichtbij app. Kan het niet wachten? Bel dan naar de polikliniek Cardiologie 0512 588 806.