Het onderzoek
Hoe uw onderzoek in zijn werk gaat.
PET-CT
Een PET-CT-scan is een combinatie twee onderzoeken: een PET-scan en een CT-scan.
De PET-scan maakt gebruik van een radioactieve vloeistof: FDG. Alleen bij een specifiek prostaat-onderzoek kan een andere radioactieve vloeistof (PSMA) nodig zijn. Tijdens de PET-scan wordt bekeken waar de radioactieve stof zich ophoopt in uw lichaam. Met een CT-scan kunnen we met behulp van röntgenstraling de vormen van organen en weefsel in beeld brengen. Door deze twee technieken te combineren kan veel informatie over uw lichaam worden verkregen.
Hoe gaat het onderzoek?
Ontvangst en wachtkamer: Als u in het ziekenhuis aankomt, gaat u eerst naar de aanmeldzuil op de afdeling om in te checken voor uw afspraak. Daarna neemt u plaats in de wachtkamer
Oproep voor voorbereiding: Vanuit de wachtkamer wordt u opgeroepen en naar een voorbereidingsruimte gebracht. Hier ontmoet u een medewerker die u vragen stelt over uw gezondheid en medicijnen
Infuus plaatsen: We maken uw arm schoon en plaatsen een infuus
Bloedsuiker meten: We controleren uw bloedsuiker met een druppel bloed uit het infuus (behalve bij prostaat via PSMA)
Rusten: U gaat in een kamer rusten. Hier krijgt u via het infuus een speciale vloeistof. U moet rustig blijven liggen, ongeveer een half uur tot een uur
Uitplassen: Na de rustperiode is het belangrijk dat u goed uitplast voordat de scan begint
De scan: Daarna maken we de scan. U ligt op een bed en het apparaat maakt foto's. Tijdens de scan is het belangrijk dat u heel stil blijft liggen. Dit duurt 20 tot 40 minuten. U voelt hier niets van. Soms wordt er ook een extra scan met contrast gemaakt. Hier kunt u kort een warm gevoel van krijgen
Uw voorbereiding
Bereid u voor en houd u aan de onderstaande instructies.

Kom op tijd voor het onderzoek
Omdat de radioactieve vloeistof kort houdbaar is en speciaal voor u wordt gemaakt, is op tijd zijn erg belangrijk!
Als u niet kunt komen, bel ons dan zo snel mogelijk.
Wij nemen contact met u op

Voorafgaand aan het onderzoek nemen wij contact met u op om de voorbereiding door te nemen.
Bent u zwanger of geeft u borstvoeding?

Als u zwanger bent of zwanger denkt te zijn moet u dit bespreken met de medewerkers van de afdeling Nucleaire Geneeskunde. Ook wanneer u borstvoeding geeft moet u dit bespreken.
Heeft u suikerziekte?

Als u suikerziekte (diabetes mellitus) heeft vragen we u dat zo snel mogelijk in het zorgproces te vertellen, zodat de zorgverleners hier rekening mee kunnen houden. U kunt bijvoorbeeld een speciale voorbereiding volgen.
Vermijd inspanningen 24 uur voor het onderzoek

Probeer een dag van te voren geen zware inspanningen te verrichten zoals sporten of lichamelijke arbeid.
Heeft u een gebitsprothese?

Gebitsprothesen met metaal moeten worden uitgenomen. Gebruik bij een prothese met metaal daarom 's ochtends geen kleefpasta.
Allergieën
Bereid u voor door de onderstaande stappen goed door te lezen.
Bent u overgevoelig voor jodium of contrastmiddel?

Vertel uw zorgverlener als u overgevoelig bent voor jodium of al eens eerder een allergische reactie heeft gehad op contrastmiddelen of andere stoffen.
Eten en drinken
Bereid u voor door de onderstaande stappen goed door te lezen.
Drinken voor het onderzoek

Het is belangrijk dat u op de dag vóór het onderzoek minstens één liter extra water drinkt naast wat u gewoon zou drinken.
Voor het onderzoek mag u koffie, thee en water drinken zonder suiker, melk en zoetjes.
Eten voor het onderzoek

U mag vier uur voor het onderzoek niet meer eten of roken. U mag nog wel water, koffie en thee (zonder suiker, melk en zoetjes) drinken.
Als u sondevoeding gebruikt, moet u hier eveneens 4 uur voor het onderzoek mee stoppen. Water mag nog wel.
NB Komt u voor een specifiek prostaatonderzoek met contrastmiddel PSMA, dan hoeft u niet nuchter te zijn.

Geen kauwgom voor het onderzoek
Gebruik 24 uur voor het onderzoek geen kauwgom.
Kleding en sieraden
Bereid u voor door de onderstaande stappen goed door te lezen.
Kleding en sieraden

Draag ruimzittende, niet knellende, warme bovenkleding zonder metaal en laat uw sieraden thuis.
Warme kleding is belangrijk. Wanneer u het koud heeft en gaat rillen, zal de kwaliteit van de beelden afnemen.
Medicijnen
Bereid u voor door de onderstaande stappen goed door te lezen.
Medicijnen

Uw medicijnen mag u gewoon innemen met water, tenzij de arts iets anders met u heeft afgesproken, bijvoorbeeld wanneer u medicatie voor suikerziekte gebruikt.
Wat neemt u mee?
Bereid u voor door de onderstaande stappen goed door te lezen.
Neem voor uw ziekenhuisbezoek het volgende mee:

Uw aanvraagformulier (als u dat heeft gekregen)
Een geldig legitimatiebewijs (identiteitskaart, rijbewijs, paspoort)
Een lijstje met de medicijnen die u gebruikt. Dit wordt in sommige ziekenhuizen ook wel een AMO (Actueel Medicatie Overzicht) genoemd

Heeft u nog vragen over dit onderzoek?
Stel uw vragen vóór het onderzoek aan uw arts of zorgverlener of neem vóór het onderzoek contact op met uw arts.
Nazorg na uw onderzoek
De uitslag van het onderzoek

De uitslag van de PET-CT-scan is niet direct bekend. De beelden van de scan worden beoordeeld door een nucleair geneeskundige en een radioloog. Zij maken een verslag van het onderzoek dat naar uw behandeld arts wordt gestuurd.
Na het onderzoek mag u direct naar huis

U mag zelf naar huis rijden, maar als u rustgevende medicijnen heeft gehad mag dit niet.
Als u rustgevende medicijnen hebt adviseren wij u om:
De rest van de dag niet aan het verkeer deel te nemen
Geen belangrijke beslissingen te nemen of documenten te ondertekenen
Geen machines te bedienen
Raadpleeg uw arts hierover voor het onderzoek.
Extra drinken

Extra drinken zorgt ervoor dat de radioactieve stof sneller uit uw lichaam verdwijnt. Na 24 uur is de vloeistof volledig uit uw lichaam verdwenen.
U mag weer normaal eten en drinken

Na het onderzoek mag u weer gewoon eten en drinken.
Risico's
Mogelijke risico’s tijdens en na uw onderzoek of behandeling.
Geeft u borstvoeding?

Als u borstvoeding geeft, moet u dit vanaf de toediening van de radioactieve stof 24 uur staken. In deze periode zal u de moedermelk af moeten kolven en weg moeten spoelen. Na 24 uur is de moedermelk niet meer radioactief en veilig voor uw kindje.
Straling

U krijgt tijdens het onderzoek een kleine hoeveelheid radioactieve vloeistof ingespoten. Deze vloeistof zendt een korte tijd straling uit. Dat is nodig voor het onderzoek. Straling in grote hoeveelheden kan gevaarlijk zijn, maar de hoeveelheid die gebruikt wordt voor het onderzoek is erg laag. Hierdoor is de kans op schadelijke gevolgen heel klein.
Na enkele uren is de meeste straling al weer verdwenen. Familie of vrienden lopen geen extra risico en kunnen u veilig begeleiden. Wij raden voor de zekerheid aan om de eerste 12 uur na het onderzoek geen kleine kindjes op schoot te houden.