Het onderzoek
Hoe uw onderzoek in zijn werk gaat.
Longpunctie
Bij een longpunctie wordt een stukje weefsel uit de long gehaald met een punctie. Dit gebeurt onder de CT-scan. Hierdoor kan de arts goed zien waar de punctie gedaan moet worden. Het stukje weefsel zal in het laboratorium onderzocht worden.
Uw voorbereiding
Bereid u voor en houd u aan de onderstaande instructies.
Bloedafname voor het onderzoek

Voor de punctie wordt er bloed bij u afgenomen om te kijken of uw bloed goed stolt.

Opname voor het onderzoek
Houd er rekening mee dat u ongeveer anderhalf uur voor het onderzoek wordt verwacht op de afdeling. Vanaf dit moment mag u niet meer eten, drinken of roken (nuchter blijven).
Op de afdeling krijgt u ook een infuus, deze blijft zitten tijdens het onderzoek.
Houd rekening met een overnachting

Na een longpunctie is er een kleine kans op een klaplong. Een klaplong komt voor bij één op de acht á tien patiënten die een longpunctie hebben gekregen. Daarom wordt u sowieso één nacht opgenomen ter observatie.
Als u na de punctie een klaplong krijgt moet u nog langer in het ziekenhuis blijven. Meestal minimaal één of twee dagen. Bereid u daarom voor de zekerheid voor op een of meerdere overnachtingen.
Allergieën
Bereid u voor door de onderstaande stappen goed door te lezen.
Bent u allergisch voor medicijnen?

Vertel uw arts of u allergisch bent voor bepaalde medicijnen.
Kleding en sieraden
Bereid u voor door de onderstaande stappen goed door te lezen.
Kleding en sieraden

Neem kleding mee voor een overnachting. Draag makkelijke kleding tijdens het onderzoek.
Medicijnen
Bereid u voor door de onderstaande stappen goed door te lezen.
Bloedverdunners

Bespreek uw medicijn gebruik met uw longarts.
Bij een CT-geleide longpunctie wordt weefsel afgenomen. Als u bloedverdunners gebruikt, kan er iets makkelijker een bloeding optreden. Door bloedverdunners stolt uw bloed namelijk minder snel.
Deze bloedverdunners moet u waarschijnlijk (tijdelijk) stoppen.
Vertel uw arts welke bloedverdunnende medicijnen u gebruikt.
Bespreek met uw arts wat u moet doen met uw bloedverdunners. Soms moeten de bloedverdunners tijdelijk vervangen worden door andere medicijnen.
Bespreek sowieso uw medicijn gebruik met uw longarts.
Wat neemt u mee?
Bereid u voor door de onderstaande stappen goed door te lezen.
Neem voor uw ziekenhuisbezoek het volgende mee:

Uw aanvraagformulier (als u dat heeft gekregen)
Een geldig legitimatiebewijs (identiteitskaart, rijbewijs, paspoort)
Een lijstje met de medicijnen die u gebruikt. Dit wordt in sommige ziekenhuizen ook wel een AMO (Actueel Medicatie Overzicht) genoemd

Heeft u nog vragen over dit onderzoek?
Stel uw vragen vóór het onderzoek aan uw arts of zorgverlener of neem vóór het onderzoek contact op met uw arts.
Nazorg na uw onderzoek
twee tot vier uur bedrust

Na het onderzoek moet u twee tot vier uur bedrust houden op de verpleegafdeling in het ziekenhuis. In deze periode wordt uw bloeddruk en hartritme goed in de gaten gehouden.
Meestal mag u na één uur overeind komen (halfzittend).
U mag wel eten en drinken.
U blijft één nacht ter observatie.
Aanvullend onderzoek

Na enkele uren wordt er een controle foto van uw longen gemaakt (x-thorax).
De arts bekijkt uw foto. Als de foto goed is mag u de volgende dag naar huis.
De uitslag van het onderzoek

Uw arts bespreekt de uitslag van het onderzoek. Meestal worden de resultaten van de longpunctie binnen een week met u besproken.
Mogelijke complicaties
Informatie over mogelijke complicaties na uw onderzoek of therapie
Mogelijke complicaties: een klaplong

Er kan een klaplong ontstaan na een punctie. Dit kan veroorzaakt worden door het gaatje dat tijdens de punctie is ontstaan. Een klaplong komt voor bij één op de acht á tien patiënten die een longpunctie hebben gekregen. Meestal geeft dit klachten van hoesten, pijn of kortademigheid.
Als u een klaplong heeft moet u langer in het ziekenhuis blijven. Meestal minimaal één of twee dagen. In de meeste gevallen geneest een klaplong vanzelf. Een enkele keer zal de arts een drain (slangetje) in moeten brengen om de de long weer te laten ontplooien.

Bloed ophoesten
Na een longpunctie kan u benauwd worden of bloed ophoesten. Dit komt voor bij één op de vier patiënten. Waarschuw direct een verpleegkundige als dit bij u het geval is.
Meer informatie
Bekijk meer informatie over uw onderzoek of therapie
Video's met meer informatie
Meer informatie over uw onderzoek of behandeling
Weefselonderzoek (Histologie)
Afgenomen weefsel wordt in een laboratorium onderzocht door een patholoog. De patholoog bekijkt het weefsel onder een microscoop en geeft de uitslag door aan uw arts. Bekijk hier hoe het weefselonderzoek verloopt.