Goedaardige borstafwijkingen
Niet iedere borst is hetzelfde. Iedere borst kan een andere vorm of grootte hebben. Dit is heel normaal.
Als u een zwelling (verdikking of bult) in uw borst voelt, kan dat even schrikken zijn. Het hoeft niet meteen te betekenen dat u borstkanker heeft. In de borst kunnen veel soorten afwijkingen voorkomen die niet kwaadaardig zijn. Zo’n afwijking noemen we een goedaardige borstafwijking.
Mastopathie
Oorzaak Mastopathie
Mastopathie kan veroorzaakt worden door een hormonale oorzaak of niet-hormonale oorzaak.
Let op wat u eet

Wat u eet en drinkt kan invloed hebben op uw klachten. Sommige mensen merken dat bepaalde producten hun klachten erger maken. Denk hierbij aan bijvoorbeeld koffie, thee, cola, wijn, chocolade of kaas.
Draag de juiste kleding

Het dragen van een stevige, goed sluitende (sport)beha kan helpen om uw klachten te verminderen. Kies voor een beha zonder beugels en brede schouderbanden. Ook kan het dragen van warme kleding helpen. Hoe kouder u het heeft, hoe meer pijn uw borsten kunnen doen.
Pijnstillers

Als u pijn heeft, kan paracetamol helpen. Dit is een pijnstiller. U mag dan maximaal 4 keer per dag 2 tabletten van 500mg nemen. Helpt dit niet genoeg? Overleg dan met uw huisarts.
Teunisbloemolie capsules
Het nemen van teunisbloemolie capsules (primrose oil) kan helpen tegen de klachten. Het kan ongeveer drie maanden duren voordat u een effect van de capsules merkt. Lees voor juist gebruik de bijsluiter. U kunt teunisbloemolie capsules kopen bij de drogist of reformzaak.
Behandeling met hormonen

Als de bovenstaande behandelingen niet helpen, kunt u in overleg met uw huisarts nadenken over een behandeling met hormonen. Denk bijvoorbeeld aan de anticonceptiepil.
Nazorg
Het is belangrijk om zelf uw borsten te onderzoeken. Maandelijks zelfonderzoek van uw borst kan u helpen om een verschil op te merken.
Cyste
Diagnose
Denkt de zorgverlener dat u een cyste heeft? Dan kan de zorgverlener ervoor kiezen om uw borst verder te onderzoeken. Dit kan worden gedaan met een mammografie of een echografie.
Behandeling

Cysten zijn niet gevaarlijk. Daarom hoeven ze meestal niet behandeld te worden. Als een cyste groter wordt of pijn doet, kan de zorgverlener voorstellen om de cyste leeg te zuigen met een naald. Hierbij wordt de huid verdoofd.
Nazorg
Ook als u bekend bent met cysten is het belangrijk om zelf uw borsten te onderzoeken. Maandelijks zelfonderzoek van uw borst kan u helpen om een verschil op te merken.
Bindweefselknobbel
Diagnose
Denkt de zorgverlener dat u een bindweefselknobbel heeft? Dan kan de zorgverlener ervoor kiezen om uw borst verder te onderzoeken.
De zorgverlener kan dit doen met een mammografie of een echografie. Soms haalt de zorgverlener een klein stukje weefsel uit de zwelling. Dit heet een bioptie. Dit stukje weefsel wordt onderzocht in het laboratorium.
Behandeling
Als de bindweefselknobbel klein is en niet van vorm of grootte verandert, hoeft hij meestal niet behandeld te worden. Wordt de knobbel erg groot of gaat hij anders aanvoelen? Dan is het verstandig om de knobbel opnieuw te laten onderzoeken of weg te laten halen.
Nazorg
Het is belangrijk om uw borsten zelf te onderzoeken. Maandelijks zelfonderzoek van uw borst kan u helpen om een verschil op te merken.
Vetweefselknobbel
Diagnose
Denkt de zorgverlener dat u een vetweefselknobbel heeft? Dan kan de zorgverlener ervoor kiezen om uw borst verder te onderzoeken. Dit kan bijvoorbeeld met een mammografie of een echografie.
Behandeling
Een vetweefselknobbel is een goedaardige afwijking. Een behandeling of verder onderzoek is meestal niet nodig.
Is de zwelling erg groot? Of zit de zwelling in de weg? In overleg met uw zorgverlener kan er worden gekozen voor het weghalen (operatie of via biopten, zogenaamde Mirabel procedure) of controleren van de afwijking.
Nazorg
Het is belangrijk om uw borsten zelf te onderzoeken. Maandelijks zelfonderzoek van uw borst kan u helpen om een verschil op te merken.
Papilloom
Diagnose
Denkt de zorgverlener dat u een papilloom heeft? Dan kan de zorgverlener ervoor kiezen om uw borst verder te onderzoeken. Dit kan bijvoorbeeld met een mammografie of een echografie.
Komt er tijdens het lichamelijk onderzoek vocht uit de tepel? Dan stuurt de zorgverlener het vocht naar het laboratorium voor extra onderzoek.
Behandeling

Een papilloom is goedaardig, maar kan soms kwaadaardig worden. Ook kan de afwijking voor ongemak zorgen. In overleg met uw zorgverlener kan er voor worden gekozen om het papilloom te verwijderen tijdens een operatie.
Nazorg
Het is belangrijk om uw borsten zelf te onderzoeken. Maandelijks zelfonderzoek van uw borst kan u helpen om een verschil op te merken.
Ductectasie
Diagnose
Denkt de zorgverlener dat u een ductectasie heeft? Dan kan de zorgverlener ervoor kiezen om uw borst verder te onderzoeken. Dit kan bijvoorbeeld met een mammografie of een echografie.
Komt er tijdens het lichamelijk onderzoek vocht uit de tepel? Dan stuurt de zorgverlener het vocht naar het laboratorium voor extra onderzoek.
Behandeling

Een ductectasie is goedaardig, maar de klachten kunnen wel voor veel ongemak zorgen.
Als u veel last heeft van het vocht uit de tepel, kan de zorgverlener de melkgang tijdens een operatie weghalen.
Nazorg
Het is belangrijk om uw borsten zelf te onderzoeken. Maandelijks zelfonderzoek van uw borst kan u helpen om een verschil op te merken.
Zelf uw borsten controleren
Het is belangrijk om zelf uw borsten te controleren op afwijkingen. Maandelijks zelfonderzoek van uw borst kan u helpen om een verschil op te merken. Hier leggen we u uit hoe u dat doet. Voelt u iets vreemds, heeft u klachten of twijfelt u? Neem dan altijd contact op met uw zorgverlener.
Kijk goed naar uw borsten
Ga voor een spiegel staan en laat uw armen langs uw lichaam hangen.
Bekijk uw borsten goed. Op het plaatje hierboven ziet u waar u op moet letten bij het kijken. Let goed op de volgende dingen:
1. Ingetrokken tepel
2. Roodheid of warmte
3. Een harde plek, zwelling, bult of deuk
4. Afwijkingen van de huid
5. Vochtverlies uit de tepel
6. Een dikke ader
7. Veranderingen in vorm of grootte
8. Sinaasappelhuid
Doe daarna uw armen omhoog. Bekijk uw borsten opnieuw.
Voel aan uw borst
Leg uw rechterhand achter uw hoofd. Leg uw linkerhand op uw rechterborst.
Strek uw vingers. Beweeg ze met ronddraaiende, wrijvende bewegingen van de buitenkant van de borst naar uw tepel.
De huid van uw borst moet glad en soepel aanvoelen. Het weefsel onder uw huid kan onregelmatig aanvoelen.
Begin aan de bovenkant van uw borst en ga uw hele borst rond. Doe dit totdat u weer uitkomt op de plek waar u bent begonnen.
Voel aan uw tepel
Controleer daarna uw tepel en uw tepelhof. Trek uw tepel voorzichtig naar voren. De tepel moet soepel meebewegen.
Herhalen
Herhaal daarna de stappen bij uw andere borst.
Een vast moment kiezen
Het is het beste om uw borsten regelmatig te controleren. Wordt u nog ongesteld? Controleer uw borsten dan een week na de ongesteldheid. Wordt u niet meer ongesteld? Kies dan een vast moment in de maand.

Meer informatie
Wilt u meer informatie over het controleren van uw borsten? Bekijk dan de volgende video: Ken je borsten