Een gebroken pols
U heeft een gebroken pols. Dit heet ook wel een polsfractuur. Een polsfractuur krijgt u meestal door een ongeval. Uw arts en u hebben samen besloten om de gebroken pols met een operatie te behandelen.
Hier vindt u meer informatie over de operatie en hoe u herstelt.
Voorbereiding op de operatie
Het preoperatief spreekuur

Voor de operatie heeft u een afspraak met de anesthesioloog. Dit gebeurt tijdens het preoperatief spreekuur. Voor dit gesprek is het belangrijk dat er een gezondheidsvragenlijst tevoren wordt ingevuld (op papier of digitaal). De anesthesioloog bespreekt met u welke vorm van verdoving (anesthesie) u krijgt. Ook wordt er gekeken of u gezond genoeg bent voor de operatie. Daarnaast wordt er gekeken welke vorm van verdoving voor u het prettigst en veiligst is.
Verdovingen

Er kan gekozen worden voor een algehele verdoving of een regionale verdoving. Bij een algehele verdoving slaapt u tijdens de operatie. U merkt dan niets van de operatie.
Bij een regionale verdoving wordt alleen uw gebroken pols verdoofd. U heeft dan geen gevoel in uw hele arm. U kunt bij de regionale verdoving ook nog een roesje krijgen. Hierdoor merkt u weinig van de operatie.
Nuchter zijn (niet eten en drinken)

Voor deze operatie moet u nuchter zijn. Dat betekent dat u vanaf een bepaald tijdstip niet meer mag eten en drinken. De verpleegkundige of anesthesioloog geeft u hier meer informatie over.
Wat neemt u mee?

De pas van uw ziektekostenverzekering
Een geldig legitimatiebewijs (identiteitskaart, rijbewijs, paspoort)
Een lijstje met de medicijnen die u gebruikt. Dit heet ook wel een AMO. Dit is een Actueel Medicatie Overzicht. Neem daarnaast uw medicijnen mee in de originele verpakking
Spullen voor de overnachting, zoals nachtkleding en tandpasta
Laat waardevolle spullen thuis

Laat waardevolle spullen thuis. Het ziekenhuis is niet verantwoordelijk voor:
Beschadigingen van uw spullen
Kwijt raken van uw spullen

Allergie
Heeft u een allergie? Laat dit dan weten aan de arts of verpleegkundige.
Dag van de operatie
Aanmelden
Op de dag van de operatie blijft u in het ziekenhuis. Dit heet een opname. Op de opnamedag meldt u zich bij de receptie van het ziekenhuis. Daar vertelt een medewerker waar u naar toe moet.
Naar de operatiekamer
U trekt een operatiehemd van het ziekenhuis aan. Daarna brengt een zorgverlener u naar de operatieafdeling. Hier ontmoet u nog even kort de chirurg en de anesthesioloog.
Verdoving

Voor de operatie krijgt u een infuus. U krijgt een naald in uw hand met een slangetje eraan. Via dit infuus krijgt u medicijnen waardoor u gaat slapen. Ook krijgt u via het infuus medicijnen tegen de pijn.
Bij een regionale verdoving geeft de anesthesioloog u een prik bij uw schouder. Hierin zit de verdoving. Daarna duurt het ongeveer een half uur voordat uw arm helemaal verdoofd is.
De operatie
Toelichting operatie
Zowel aan de binnenzijde als buitenzijde van de pols kan er een plaatje geplaatst worden tijdens de operatie en na de operatie wordt een drukverband of een gips aangelegd.

Duur van de operatie
De operatie duurt ongeveer 60 minuten.
De snee in uw pols
Meestal maakt de chirurg de snee in de binnenkant van uw pols. Soms gebeurt dit ook aan de andere kant van uw pols. Hierover krijgt u een uitleg van de chirurg.
Hechtingen
De hechtingen in uw pols zijn meestal oplosbare hechtingen. Dit betekent dat de hechtingen vanzelf oplossen.
Plaat
Er wordt een plaat met schroeven gebruikt om uw gebroken pols vast te zetten. Deze plaat en schroeven kunnen bijna altijd blijven zitten.
Herstel na de operatie
U mag bijna altijd na de operatie naar huis. U mag dan niet zelf naar huis autorijden. Zorg er daarom voor dat iemand u ophaalt uit het ziekenhuis.
Drukverband
U krijgt na de operatie een drukverband om uw pols. Meestal na 24 of 48 uur mag u het verband zelf van uw pols halen. U kan daarna een pleister op de wond plakken. In sommige gevallen krijgt u een gips aangelegd deze laat u zitten tot de volgende afspraak.
Geen mitella of sling
Na de operatie krijgt u geen mitella of sling. U moet uw hand zelf regelmatig omhoog houden.
Douchen en in bad

Zorg dat u na de operatie uw wond droog houdt. Het drukverband mag niet nat worden.
Na 24 tot 48 uur kunt u het verband eraf halen. Plak daarna een pleister op de wond. De wond met pleister mag nat worden onder de douche. Haal na het douchen de natte pleister eraf. Dep ook de wond droog en plak er een nieuwe droge pleister op.
U mag twee weken lang niet met uw wond in bad, in zwemwater of de wond laten weken.
Oefeningen
Het is belangrijk om ervoor te zorgen dat uw pols niet stijf wordt. U kunt dit voorkomen door regelmatig oefeningen te doen. Begin met de oefeningen zodra het drukverband eraf is.
Nacontrole
Er zal meestal na twee weken een nacontrole op de gipskamer plaatsvinden en na zes weken bij de arts (chirurg). Jullie gaan dan bespreken hoe het met de pols gaat.
Bewegen
Uw bot heeft ongeveer zes weken nodig om te genezen. Het is belangrijk om ervoor te zorgen dat uw pols niet stijf wordt. Beweeg uw arm daarom regelmatig.
Doe de eerste zes weken oefeningen zonder kracht te zetten. Bijvoorbeeld door de muis van uw computer te bewegen
Na zes weken mag u de kracht langzaam opbouwen
Begin na drie maanden weer met sporten
Risico op complicaties
Na de operatie kunt u problemen krijgen. Deze problemen noemen we complicaties. Hier vind u informatie over wat de complicaties zijn.
Problemen (complicaties)
Bij elke operatie kunnen problemen (complicaties) ontstaan. De volgende complicaties kunnen voorkomen:
De wond kan gaan bloeden
De wond kan gaan ontsteken
De breuk groeit niet meer vast
Wanneer moet ik contact opnemen?

Neem contact op met uw arts als:
De bloeding niet stopt. Ook als u er al 10 minuten stevig op heeft gedrukt
U erge pijn hebt die niet weggaat met pijnstillers
Het gevoel in uw vingers, arm en schouder 24 uur na de operatie nog niet volledig terug is
Er pus uit de wond komt
Uw wond erg rood wordt en opzwelt
U koorts krijgt of rillingen
U uw vingers niet of nauwelijks kunt bewegen