Het onderzoek
Hoe uw onderzoek in zijn werk gaat.
Bronchoscopie
Een bronchoscopie is een onderzoek waarbij de luchtwegen van binnen worden bekeken met een bronchoscoop. Een bronchoscoop is een dunne buigzame slang met een camera.
De arts brengt de bronchoscoop in via de mond of de neus. De arts bekijkt de grote luchtpijp en de kleine luchtwegen (bronchiën). Met de bronchoscoop kan er ook een klein stukje weefsel worden afgenomen of slijm worden weggezogen voor verder onderzoek in het Laboratorium.
Het onderzoek duurt gemiddeld 15 tot 30 minuten

Uw voorbereiding
Bereid u voor en houd u aan de onderstaande instructies.
Bent u zwanger?

Vertel uw arts ruim voor het onderzoek of u zwanger bent of denkt te zijn.
Heeft u suikerziekte?

Vertel het uw arts als u suikerziekte (diabetes mellitus) heeft. U krijgt dan informatie over de voorbereiding die u moet volgen, omdat u nuchter moet zijn voor dit onderzoek.
Heeft u een gebitsprothese?

De verpleegkundige vraagt om uw gebitsprotheses voor het onderzoek uit te doen.
Autorijden

In sommige gevallen mag u niet zelf terug naar huis rijden. Vraag dit aan uw arts en regel desnoods vervoer.
Heeft u nog vragen over dit onderzoek?

Stel uw vragen voor het onderzoek aan uw arts of zorgverlener of neem voor het onderzoek contact op met uw arts.
Allergieën
Bereid u voor door de onderstaande stappen goed door te lezen.

Bent u allergisch voor medicijnen?
Vertel uw arts of u allergisch bent voor bepaalde medicijnen.
Eten en drinken
Bereid u voor door de onderstaande stappen goed door te lezen.

Eten en drinken voor het onderzoek
Voor het onderzoek moet u minimaal zes uur nuchter zijn. Dat wil zeggen dat u dan niet meer mag eten en drinken. Medicijnen mag u wel blijven gebruiken. Neem de medicijnen in met een klein slokje water.

Instructies van uw arts
Als uw arts u andere instructies heeft gegeven, volg dan altijd de instructies van uw arts.
Is de anesthesioloog betrokken bij dit onderzoek? Dan zijn de regels die u zojuist gelezen heeft niet voor u van toepassing. Alléén de nuchterheidsregels die u via de anesthesioloog of op de polikliniek Anesthesie hebt gekregen, gelden dan voor u.
Kleding en sieraden
Bereid u voor door de onderstaande stappen goed door te lezen.
Draag geen strakke, knellende kleding

Het is prettig om gemakkelijke kleding te dragen.
Medicijnen
Bereid u voor door de onderstaande stappen goed door te lezen.
Bent u allergisch voor medicijnen?

Vertel uw arts of u allergisch bent voor bepaalde medicijnen.
Gebruikt u bloedverdunners?

Bespreek dit met uw arts!
Bepaalde bloedverdunnende middelen moeten tijdelijk gestopt worden voor dit onderzoek, bijvoorbeeld de middelen acenocoumarol (Sintrommitis®), fenprocoumon (Marcoumar®), clopidogrel (Plavix®) en dipyridamol (Persantin®).
In de meeste gevallen mag u aspirine en ascal wel gewoon doorgebruiken.
Wat neemt u mee?
Bereid u voor door de onderstaande stappen goed door te lezen.

Neem voor uw ziekenhuisbezoek het volgende mee:
De pas van uw ziektekostenverzekering
Een geldig legitimatiebewijs (identiteitskaart, rijbewijs, paspoort)
Een lijstje met de medicijnen die u gebruikt (AMO of Actueel Medicatie Overzicht)
Nazorg na uw onderzoek
Opname na het onderzoek

Na het onderzoek blijft u nog 1,5 tot 2 uur op de nazorgafdeling.
Niet zelf autorijden

Wij adviseren om na het onderzoek niet zelf auto te rijden.
Uitwerking van de keelverdoving

Na ongeveer een uur is de keelverdoving uitgewerkt. Daarna mag u uw gebitsprothese weer in en weer eten en drinken.
De uitslag van het onderzoek

De longarts zal de uitslagen van het onderzoek tijdens het eerstvolgende polikliniek bezoek met u bespreken.
Risico's
Mogelijke risico’s tijdens en na uw onderzoek of behandeling.
Een geïrriteerde keel

Uw keel kan na het onderzoek nog een tijdje geïrriteerd voelen, dit is normaal.
Mogelijke complicaties
Informatie over mogelijke complicaties na uw onderzoek of therapie
Bloed ophoesten

Als er bij u stukjes weefsel zijn weggenomen, kan u bloed ophoesten. Dit is normaal en verdwijnt na één of twee dagen.

Koorts
Als uw luchtwegen gespoeld zijn, kan u ’s avonds koorts krijgen. Dit is normaal en hoort de volgende dag over te zijn.
Neem contact op met uw arts als dit niet het geval is.
Weefselonderzoek
Hoe gaat weefselonderzoek in het laboratorium?
Weefselonderzoek

Tijdens dit onderzoek wordt er soms weefsel bij u afgenomen. Dat kan via bijvoorbeeld een punctie of via een biopt of op een andere manier.
Het weefsel kan op twee manieren onderzocht worden: cytologie en histologie. Als de hoeveelheid weefsel niet zo groot is (bijvoorbeeld punctie met een kleine naald), dan wordt celonderzoek gedaan: cytologie. Als er wat meer weefsel beschikbaar is (bijvoorbeeld een biopt), dan wordt weefselondezoek gedaan: histologie.
Hieronder ziet u hoe beide onderzoeken in het Laboratorium worden gedaan.
Celonderzoek (Cytologie)
Weefselonderzoek (Histologie)
Sputumonderzoek
Hoe gaat sputumonderzoek
Sputumonderzoek in een Laboratorium
Tijdens dit onderzoek kan uw zorgverlener sputum laten onderzoeken. Sputum is het slijm dat u ophoest. Sputum kan worden onderzocht op de aanwezigheid van cellen, bacteriën, gisten en schimmels. Met dit onderzoek kan bijvoorbeeld een luchtweginfectie worden opgespoord.