Spring naar inhoud

Inleiding

Bloedtransfusie

QU6U9A2yo7cNQSpAWzYoOxy5lpz2rZssLxB0djNT

Binnenkort ondergaat u een behandeling of operatie, waarbij u bloed toegediend krijgt of er een kans bestaat dat u dat toegediend krijgt. Dat noemen we een bloedtransfusie. Het kan ook zijn dat u in een spoedsituatie een bloedtransfusie heeft gekregen.

Hier krijgt u meer informatie over wat een bloedtransfusie is.

Wanneer krijg je een bloedtransfusie?

BhKxq1TVlydXJDfOuIO36aantImLxptcmgop9HG1

Een bloedtransfusie kan nodig zijn vanwege een tekort aan rode bloedcellen, bloedplaatjes of plasma. Meestal is een tekort aan rode bloedcellen (bloedarmoede) de aanleiding. Soms is een tekort aan bloedplaatjes of plasma (met onvoldoende bloedstolling als gevolg) de aanleiding. Een tekort aan een van de onderdelen van het bloed ontstaat door verlies (bloeding) of door te weinig aanmaak (door ziekte of behandeling).

Wat is een bloedtransfusie?

Bloedtransfusie

De samenstelling van bloed

H3Bti5gBKgrloOzBrhQKHF3HEgNvzienIh22Ousk

Bloed bestaat uit verschillende onderdelen. Het bestaat uit rode en witte bloedcellen, bloedplaatjes en plasma.

  • Rode bloedcellen brengen zuurstof, dat in de longen wordt opgenomen, naar alle organen en weefsels. Bij een ernstig tekort aan rode bloedcellen (bloedarmoede) wordt onvoldoende zuurstof in het lichaam afgegeven. Door dit zuurstoftekort kan schade aan organen ontstaan

  • Witte bloedcellen beschermen het lichaam tegen lichaamsvreemde stoffen en indringers zoals bacteriën, virussen, parasieten en schimmels

  • Bloedplaatjes en plasma met stollingseiwitten zijn onderdelen van het bloed die ervoor zorgen dat het bloed stolt bij een bloeding

Bij een bloedtransfusie krijgt u het onderdeel of de onderdelen toegediend waar u een tekort aan heeft.

Bloedgroep en rhesusfactor

gtfhEdn3UEDpZJZSaEK95mxvUWmyrLk9yXA65xcK

Het is belangrijk dat het bloed dat iemand toegediend krijgt bij hem of haar 'past'. Daarom nemen wij bloed bij u af om uw bloedgroep en rhesusfactor vast te stellen.

Bloedgroep
Welke bloedgroep iemand heeft, hangt af van welk eiwit (antigeen) er op uw rode bloedcellen zit: A of B. Als er antigeen A op zit, heeft u bloedgroep A. Wanneer er antigeen B op zit, heeft u bloedgroep B. Als u antigeen A én B hebt, is uw bloedgroep AB en als u allebei de antigenen niet hebt, heeft u bloedgroep 0.

Rhesusfactor
Naast de bloedgroepen A en B is er nog een derde bloedgroep belangrijk bij een bloedtransfusie: de rhesus-D factor (RhD). Als de rhesus-D factor op uw rode bloedcellen zit, bent u RhD-positief. Als dit ontbreekt, bent u RhD-negatief. Heeft u bijvoorbeeld antigeen A en de rhesus-D factor? Dan is uw bloedgroep: A-positief.

Bijwerkingen van een bloedtransfusie

Allergische reactie

f6TDnUUjZEzicI9VkD80SvJDCkoQF7gNVfCxnNM3.png

De risico's van een bloedtransfusie zijn minimaal. Heel soms kan er tijdens of na een bloedtransfusie een allergische reactie optreden. Zo’n reactie is te herkennen aan koorts, rillingen, galbulten, jeuk of een rode huid. Dit kan vaak eenvoudig met medicijnen worden behandeld.

Om een allergische reactie op tijd te herkennen wordt u tijdens de bloedtransfusie de eerste 10 tot 15 minuten in de gaten gehouden.

Afweerstoffen tegen de bloedcellen

tNVUGQVZD32DhURIeQLCru3Wge0UHvaIZP7Wlhcq.png

Soms maken patiënten na een bloedtransfusie afweerstoffen tegen de bloedcellen uit het donorbloed. Hier merkt u niets van. Maar deze afweerstoffen kunnen wel bij een nieuwe transfusie een reactie geven met het donorbloed, waarbij uw lichaam het donorbloed afbreekt. Dit kan voorkomen worden door passend donorbloed te selecteren. Uw bloed wordt om deze reden altijd onderzocht voordat u een bloedtransfusie krijgt.

Zijn er bij u na de bloedtransfusie antistoffen aangemaakt? Dan krijgt u een transfusiekaartje met daarop de vermelding van dit gegeven. Dit kaartje moet u altijd bij u dragen. Omdat de mogelijkheid bestaat dat deze afweerstoffen na verloop van tijd niet meer aantoonbaar zijn, worden de gegevens over deze afweerstoffen meestal opgeslagen in een landelijk datasysteem. Bij een volgende transfusie kan het transfusielaboratorium van het ziekenhuis waar u op dat moment wordt behandeld, het landelijke datasysteem raadplegen en zo goed mogelijk passend bloed voor u uitzoeken.

Als u bezwaar hebt tegen de registratie van uw gegevens in dit landelijke registratiesysteem, kunt u dit bij uw arts aangeven. Het ziekenhuis zal uw bezwaar in het dossier vastleggen.

Veiligheid

Een bloedtransfusie is veilig

Z4uF5IrUIzOrLdBxWHqsV30G340HpIZUjSf5rBXM

Om bloedtransfusies zo veilig mogelijk te maken, worden de volgende maatregelen genomen:

  • Alleen gezonde mensen kunnen bloeddonor worden

  • Donors geven hun bloed vrijwillig en krijgen hier geen geld voor

  • Bloedplaatjes worden gecontroleerd op de aanwezigheid van bacteriën

  • Uw eigen bloed wordt voorafgaand aan een bloedtransfusie gecontroleerd op de aanwezigheid van afweerstoffen, die zouden kunnen reageren met het donorbloed

De kans op een besmetting met een ziekte is zeer klein

tNVUGQVZD32DhURIeQLCru3Wge0UHvaIZP7Wlhcq.png

Wanneer blijkt dat het bloed mogelijk besmet is, wordt het vernietigd. Toch blijft er, ondanks alle voorzorgen, een zeer kleine kans bestaan op besmetting met een virus of ziektekiem door de bloedtransfusie (zo is de kans dat een zak bloed besmet is met HIV kleiner dan één op een miljoen).

Het kan zijn dat de bloeddonor nog maar kort geleden werd besmet. In zijn bloed kan de aanwezigheid van de ziekteverwekker dan nog niet worden aangetoond. Ook is het mogelijk dat de hoeveelheid virus in het bloed zo klein is, dat het niet kan worden aangetoond met een bloedtest. Het kan ook zijn dat er virussen in het bloed zitten die we nog niet kennen.

Veelgestelde vragen

Kan ik een bloedtransfusie weigeren?

tNVUGQVZD32DhURIeQLCru3Wge0UHvaIZP7Wlhcq.png

Ja, dat kan. Houd daarbij wel rekening met dat er niet altijd een alternatieve behandeling is. Bloedtransfusies zijn vaak levensreddend. Sommige operaties of behandelingen kunnen zelfs niet worden uitgevoerd zonder bloedtransfusie. Een bloedtransfusie weigeren betekent dan dus dat uw operatie of behandeling niet door kan gaan. Dit is dan misschien een groter risico voor uw gezondheid dan een bloedtransfusie ontvangen.

Bespreek uw twijfels over de bloedtransfusie op tijd met de arts die u behandelt.

Hoe lang duurt de bloedtransfusie?

1f9da30d2a31a0b4a9297f37392c90e1.png

Hoe lang de bloedtransfusie duurt hangt af van het soort bloedtransfusie dat u krijgt:

  • Een zakje plasma duurt ongeveer een half uur

  • Een zakje bloedplaatjes duurt 15 tot 30 minuten

  • Een zakje rode bloedcellen duurt over het algemeen 1 tot 2 uur

In acute situaties kan het toedienen sneller plaatsvinden.

Kan ik bloed ontvangen van elke donor?

gtfhEdn3UEDpZJZSaEK95mxvUWmyrLk9yXA65xcK

Nee, helaas niet. Als een patiënt met bloedgroep A bijvoorbeeld bloed krijgt van een donor met bloedgroep B, dan vallen de antistoffen van de patiënt het bloed van de donor aan. Door deze afweerreactie komt het lichaam in gevaar.

Heeft u bloedgroep A, dan heeft u een antilichamen tegen bloedgroep B en andersom. Als u bloedgroep 0 hebt, heeft u antilichamen tegen bloedgroep A en B. Mensen met bloedgroep AB hebben juist geen antilichamen, anders zou er een afweerreactie tegen het eigen bloed ontstaan.

Kan ik na een bloedtransfusie zelf bloeddonor worden of blijven?

BhKxq1TVlydXJDfOuIO36aantImLxptcmgop9HG1

Nee, na een transfusie met donorbloed kunt u helaas geen bloeddonor worden of blijven.

U kunt wel meehelpen om ervoor te zorgen dat er genoeg bloed beschikbaar is. Spreek erover met mensen in uw omgeving. Iedereen tussen 18 en 70 jaar die gezond is, kan bloeddonor zijn. Meer informatie kunt u krijgen bij Sanquin Bloedbank in uw regio.

Download PDF