Spring naar inhoud

Cataract (staar) - Het vervolg na de operatie

U heeft een staaroperatie ondergaan en bent op eindcontrole geweest bij de optometrist. Hoe het nu verder gaat, leest u in deze folder. Wat zijn de vervolgstappen en eventuele bijwerkingen? En wat is nastaar?

Wat is er gebeurd tijdens de staaroperatie?

Tijdens de operatie is de binnenkant van uw ooglens, de troebele lens, door middel van trillingen vergruisd en verwijderd. Hierna is er een kunstlens (intra-oculaire lens) in uw ooglenskapselzak teruggeplaatst (afb. 1).

Afb. 1: De intra-oculaire lens (IOL) in het ooglenskapselzakje

Door een kunstlens met de juiste sterkte uit te kiezen, is geprobeerd om uw zicht van veraf zo goed mogelijk te maken. De kunstlens gaat levenslang mee en hoeft dus niet meer vervangen te worden.

Bijwerkingen van de operatie

Waarschijnlijk heeft u een groot verschil opgemerkt tussen uw zicht voor en na de operatie. Na de operatie kunnen wel een aantal bijwerkingen optreden:

Kleur


Vlak na de operatie kan alles blauwpaars van kleur lijken. Dit komt doordat uw natuurlijke, troebele ooglens een verrookte, grauwe kleur gaf. Hier ondervond u in het dagelijks leven nauwelijks hinder van, omdat dit zich zeer langzaam ontwikkelde en u daaraan gewend was. Op de langere termijn zult u de kleuren met de kunstlens als normaal ervaren.

Cirkel


Als u bij schemer kijkt naar een lantaarnpaal, kunt u een scherp omrande cirkel zien. Dit is de rand van de kunstlens. Deze kan u alleen zien bij donker of schemer, omdat uw pupil dan wijder open staat en daardoor groter is dan de kunstlens (afb. 2). Uw pupil past zich aan het licht aan en wordt afhankelijk daarvan groter of kleiner.

Afb. 2: De rand van de pupil is hier groter dan de kunstlens

Bij een multifocale kunstlens kunt u meerdere cirkels zien, dit komt door de opbouw van de deze kunstlens (afb.3). U heeft hierover aanvullende informatie ontvangen van uw oogarts.

Afb. 3: De opbouw van een multifocale kunstlens 

Tranen


Na het gebruik van de oogdruppels is uw traanvocht tijdelijk uit balans. Soms is het fijn om kunsttranen bij te druppelen.

Irritatie/roodheid     

      
Nadat u gestopt bent met druppelen kunt u een lichte irritatie ervaren. Meestal verdwijnt die na verloop van tijd vanzelf. Raadpleeg ons telefonisch bij aanhoudende roodheid en irritatie of ga langs bij uw huisarts.

Last van licht    


Dankzij de heldere kunstlens komt er meer licht in uw oog. Daardoor heeft u mogelijk meer last van het zonlicht. U kunt een zonnebril dragen om dat te voorkomen. Op den duur went u waarschijnlijk aan het licht.

Lichtflitsen   

      
Neemt u lichtflitsen en vaste vlekken waar? Raadpleeg dan uw huisarts.

Dwarrelende vlekjes  

   
Sommige mensen zagen voor de operatie al dwarrelende vlekjes, zogenaamde mouches volantes (afb. 4). Deze vlekjes verdwijnen niet na de staaroperatie. Ze zitten namelijk in het glasachtig lichaam van het oog en tijdens de staaroperatie komen we niet op die plek. Door de staar waren de vlekjes minder duidelijk zichtbaar, maar na de operatie neemt u ze weer helder waar. Soms verdwijnen de mouches vanzelf uit het zicht.

Af. 4: Links: de dwarrelende deeltjes in het glasachtig lichaam. Rechts: het effect op het zicht.

Leesklachten

    
Met een kunstlens in uw oog heeft u wel helder zicht, maar lezen lukt nog niet. Hiervoor heeft u een bril nodig. Bij een multifocale kunstlens kunt u in principe wel lezen zonder bril, maar in sommige gevallen is er toch nog een leesbril nodig voor de kleine letters.

Bril aanmeten 

Met de kunstlens kunt u vermoedelijk al veel meer zien dan voor de operatie. Voor de puntjes op de i  heeft u een bril nodig. U kunt twee brillen nemen of kiezen voor bifocale of multifocale glazen (afb. 5). Een enkele keer volstaat een leesbril.

Afb. 5: De samenstelling van bifocale en multifocale glazen

Na de eindcontrole bij ons krijgt u een brilrecept mee voor de opticien (brillenwinkel). Aan de hand daarvan kunt u met de opticien overleggen wat voor u de beste optie is.

Kan staar nog een keer voorkomen?

Nee, de staar zoals u had voor de operatie komt niet meer terug. Wel kunt u op termijn nastaar krijgen. U gaat dan weer wazig zien en wordt meer verblind door bijvoorbeeld de autolichten van tegenliggers bij het autorijden.

Nastaar

Bij nastaar wordt de lenskapselzak mat; het zicht vermindert weer en wordt wazig.

Behandeling bij nastaar

Als de oogarts nastaar constateert wordt er een laserafspraak met u gemaakt. De oogarts behandelt u dan op de polikliniek Oogheelkunde met de YAG laser. Met de laserstraal wordt er een gaatje gemaakt in de nastaar (afb. 6). Door deze opening is het zicht weer helder.


Na de behandeling  kunt u meteen weer terug naar huis. Wel is het verstandig om nog niet zelf te gaan autorijden. De nastaarbehandeling is eenmalig en een nacontrole of therapie is na de laserbehandeling niet noodzakelijk.

Afb. 6: Behandeling van nastaar met een laserstraal

Dankwoord

Graag willen wij u als oogheelkundig team bedanken voor het in ons gestelde vertrouwen. We hopen dat al uw vragen met deze folder zijn beantwoord en wensen u veel kijkplezier toe. Mocht u toch nog een vraag hebben, dan kunt u de polikliniek Oogheelkunde bellen op telefoonnummer (0512) 588 330.

Download PDF