Spring naar inhoud

Port-a-Cath

In overleg met uw behandelend arts is besloten tot het plaatsen van een implanteerbaar centraal veneuze catheter. Ook wel volledig implanteerbaar toedieningssysteem, of Veneus Acces Port (kortweg VAP) genoemd. In deze folder vindt u informatie over de Port-A-Cath. Vervolgens afgekort met VAP.

Waarom een Port-A-Cath?

U gaat waarschijnlijk een behandeling krijgen waarbij regelmatige toediening van medicatie of andere vloeistoffen direct in een bloedvat noodzakelijk is.
Er zijn verschillende mogelijkheden om medicatie en vloeistoffen direct in een bloedvat te geven. Meestal gebeurt dit via een infuus in de arm. Wanneer u vaak en/of lang medicatie toegediend krijgt, zal overwogen worden een VAP in te brengen.
Ook kunnen via een VAP vloeistoffen en medicatie gegeven worden die bij een infuus in de arm irritatie van de bloedvaten zouden geven. Omdat de VAP wordt ingebracht in een groot bloedvat waar veel bloed door stroomt, kan er minder snel irritatie optreden van het bloedvat.

Een VAP heeft nog enkele voordelen:


Het systeem kan vaak worden aangeprikt.
Er is minder kans op het krijgen van een infectie, omdat het systeem onder de huid ligt.

De VAP blijft zitten tot de behandeling afgelopen is. Dat kan soms enkele jaren duren. Soms besluit men om de VAP te laten zitten om in de toekomst opnieuw te kunnen gebruiken.

De VAP wordt voortijdig verwijderd indien er een infectie optreedt of als de katheter verstopt raakt door een bloedstolsel.

Wat is een Port-A-Cath?

Een VAP is een volledig implanteerbaar toedieningssysteem. Dit betekent dat het systeem in zijn geheel onder de huid wordt gebracht, op de meest geschikte plaats op de borst, onder het sleutelbeen. Een Port-A-Cath systeem bestaat uit twee onderdelen:

  1. Het reservoir: een kleine metalen of kunststof injectiekamer van boven afgesloten door een zelfsluitend siliconenmembraan.
  2. De katheter: een dun lang hol, flexibel slangetje van siliconen of polyurethaan (een soort rubber).

De katheter wordt in een grote ader in de borst in gebracht en wordt vervolgens in de ader opgeschoven tot de kathetertip een punt bereikt heeft boven het hart. Het reservoir komt onder de huid te liggen en zal, als de wondjes van het inbrengen geheeld zijn, te zien en te voelen zijn als een bobbel onder de huid.
Om toegang tot het systeem te verkrij¬gen wordt een speciale Port-A-Cath Grippernaald door de huid en door het siliconenmembraan geprikt tot op de bodem van het reservoir. Aangezien de naald door de huid geprikt wordt, zult u hierbij een kleine prik voelen. U kunt eventueel een recept krijgen voor een verdovingszalf, zodat de prik minder pijnlijk zal zijn (zogenoemde emlazalf).
Vaak wordt een infuus op de naald aangesloten. Medicijnen en vloeistoffen gaan door het infuus, via de VAP naald in het Port-A-Cath-reservoir via de katheter naar het bloedvat en de rest van het lichaam. Ook kan bloed worden afgenomen via de VAP.

Inbrengen van de Port-A-Cath

Het inbrengen van een VAP systeem is een chirurgische ingreep.
Het inbrengen gebeurt onder plaatselijke verdoving op de operatiekamer. U komt helemaal plat te liggen. De chirurg maakt één of soms twee kleine sneetjes in de huid. Via het sneetje wordt de katheter in het bloedvat gebracht. Het inbrengen van de voerdraad kan een kortdurend gevoel van hartkloppingen geven. Dit kan geen kwaad en gaat meestal snel over. Vervolgens wordt het reservoir zelf onder de huid geplaatst. De ingreep duurt meestal een half uur tot een uur.
U verblijft een dagdeel op de dagverpleging in het ziekenhuis in verband met de nazorg rondom de VAP. De wondjes bij de inbreng- en insteekplaats worden gecontroleerd. De wondjes kunnen nog een beetje nabloeden. Dit is normaal. Na het inbrengen kan er wat spierpijn en een stijf gevoel ontstaan in de schouder, aan de kant waar de VAP is ingebracht. U kunt hiervoor een pijnstiller krijgen. Na verloop van tijd blijven er één á twee kleine littekens en een bobbel onder de huid zichtbaar.

Er wordt een röntgenfoto gemaakt na de ingreep. Dit is om te kijken of de VAP op de goede plaats zit en er geen complicaties zijn opgetreden. Indien de VAP goed ligt, kan het reservoir meteen aangeprikt worden. Bij het plaatsen van de VAP kunnen de volgende punten belangrijk zijn:

  • De plaats van de schouderbandjes van de BH.
  • De plaats bij gebruik van de auto¬gordel.
  • Of u links- of rechtshandig bent.

Complicaties

Het inbrengen van een VAP kent een aantal risico’s.

Complicaties op korte termijn


Er kan soms een grote blauwe plek ontstaan (hematoom). Deze plek is pijnlijk, maar trekt vanzelf weg.
Op korte termijn kan er wat (spier)pijn en een stijf gevoel ontstaan in de schouder, aan de kant waar de katheter is ingebracht. Indien nodig kunt u hiervoor een pijnstiller nemen.
Het bloedvat waarin de katheter wordt ingebracht ligt dicht bij de longen. Tijdens het aanprikken van het bloedvat bestaat er kans op het per ongeluk aanprikken van de bovenkant van de long, waarbij een zogenaamde klaplong ontstaat.
Met een röntgenfoto wordt gekeken of er sprake is van een klaplong.
 

Complicaties op langere termijn


Er kan een infectie optreden bij de VAP. Gevolg hiervan kan zijn dat de VAP verwijderd moet worden. De VAP kan verstopt gaan zitten door een bloedstolseltje. Men probeert dan eerst deze weer toegankelijk te maken, lukt dit niet dan zal de VAP verwijderd moeten worden.

Verzorging inbrengplaats

Na het plaatsen van de VAP heeft u één of twee wondjes. De hechtingen waarmee de wondjes dicht zijn gemaakt mogen na ongeveer een week worden verwijderd. Vaak zijn de wondjes onderhuids gehecht en lossen vanzelf op.
Het is belangrijk de wondjes te inspecteren op tekenen van een infectie: roodheid, warmte, jeuk, vocht, pus en pijn rondom de wondjes. U mag een dag na het inbrengen van de VAP weer douchen, wees voorzichtig met het wondgebied. U mag eventueel het wondje afplakken met een pleister als u daar behoefte aan heeft.

Leefregels

U zult nauwelijks hinder hebben van de VAP. Als de wondjes van het inbrengen genezen zijn, zijn er geen speciale voorzorgsmaatregelen nodig en kunt u alles doen. Wanneer de VAP is aangesloten op een infuus, dan wordt het aanprikpunt uit voorzorg voor het douchen afgeplakt.
U kunt met een VAP door het beveiligingspoortje in de winkel en op de luchthaven gaan. Ook zwemmen, baden en douchen zijn geen probleem.
U kunt zonder probleem een MRI-scan laten maken, ondanks het feit dat de VAP van metaal is gemaakt.
In het ziekenhuis kunt u vragen naar een implantatiebewijs. Draag dit kaartje altijd bij u (bijvoorbeeld in uw portemonnee), zodat u de informatie over uw VAP direct bij de hand heeft.

Onderhoud: het heparineslot

De VAP dient doorgespoten te worden met heparine om te voorkomen dat deze verstopt raakt door een bloedstolsel. Door het doorspuiten van de VAP ontstaat een zogenaamd heparineslot. Het systeem dient na elk gebruik doorgespoten te worden met heparine. Als de VAP niet in gebruik is, moet deze één keer in de maand worden doorgespoten met de heparine. Over het algemeen gebeurt dit door een verpleegkundige op de polikliniek of de verpleegafdeling in het ziekenhuis. U kunt dit ook zelf leren.

Direct contact opnemen

Om complicaties voor te zijn is het belangrijk om regelmatig de aanprikplaats te inspecteren. Mocht u last hebben van de volgende verschijnselen of klachten dan is het belangrijk om direct contact op te nemen met het ziekenhuis:

Als er tekenen zijn van een infectie:

  • De huid waaronder het reservoir ligt (de aanprikplaats) is rood, warm, pijnlijk, gezwollen en/of er komt wat pus uit.
  • Als u koorts (een temperatuur van boven de 38,5 graden Celcius) en/of koude rillingen krijgt.

Als bij de aanprikplaats blauwe plekken ontstaan en de plaats pijnlijk is. Als er pijn en/of zwelling optreedt van het gebied rondom de aanprikplaats, bijvoorbeeld de arm of het halsgebied. Als u denkt dat het Port-A-Cath systeem is verschoven.

Vragen?

Heeft u vragen of bent u van bepaalde klachten en/of verschijnselen niet zeker, aarzel dan niet om contact op te nemen met de arts of oncologie consulenten van de interne poli. tel. (0512) 588 559.

Download PDF