Spring naar inhoud

Scheelzien

Wat is scheelzien?

Elk oog heeft zes oogspieren; vier rechte en twee schuine spieren. Bij een rechte oogstand is er een goede balans tussen alle oogspieren. Die oogspieren zorgen dan voor een goede samenwerking tussen de twee ogen. Als de oogspieren in één van beide ogen afwijken, is de balans verstoord. Scheelzien is een afwijking aan de stand van de ogen. De ogen zijn dan niet meer op één punt gericht.

De gevolgen van scheelzien

Scheelzien ontstaat meestal op kinderleeftijd en komt bij 3 tot 5% van de bevolking voor. Behandeling is noodzakelijk om te voorkomen dat er een lui oog ontstaat. Een lui oog functioneert slecht en is alleen bij jonge kinderen met succes te behandelen. Als scheelzien op latere leeftijd ontstaat, kan dat andere klachten geven, zoals dubbelzien.

De oorzaken van scheelzien

Factoren die een rol kunnen spelen bij het ontstaan van scheelzien zijn bijvoorbeeld:

  • erfelijke aanleg
  • de periode rond de geboorte
  • de eventuele brilsterkte van de ogen
  • het sterkteverschil tussen beide ogen


Daarnaast bestaat er ook een verband tussen scheelzien en verziendheid (plus-bril). Dit heeft te maken met het feit dat verziende ogen zich extra moeten inspannen om scherp te zien. Deze extra inspanning leidt dan tot scheelzien, waarbij de oogstand naar binnen draait (esotropie). Dit is met een bril geheel of gedeeltelijk te corrigeren.

Verschillende vormen van scheelzien

Eén oog staat naar binnen gedraaid (Esotropie / convergent scheelzien)

Eén oog staat naar buiten gedraaid (Exotropie / divergent scheelzien)

Eén oog staat naar boven (Hypertropie / sursumvergens)

Eén oog staat naar beneden (Hypotropie / deosumvergens)



Scheelzien kan constant, wisselend (intermitterend strabismus), maar ook in een verborgen vorm (latent strabismus) aanwezig zijn.

Verschijnselen en diagnose

Op veel consultatiebureaus worden tegenwoordig de oogjes van zuigelingen en kleuters volgens een vast onderzoeksprogramma nagekeken, om zo ook kleine afwijkingen aan de ogen al vroegtijdig op te sporen. Wanneer de bureauarts twijfelt over de stand van de ogen of de kwaliteit van het zien, wordt het kind doorgestuurd naar de orthoptist. De orthoptist doet bij jonge kinderen uitgebreid onderzoek naar de stand en de samenwerking van de ogen. Ook worden de oogbewegingen onderzocht en wordt de gezichtsscherpte van beide ogen bepaald. De orthoptist maakt de pupillen wijd met oogdruppels. Zo kan een eventuele afwijking worden opgespoord.

Behandeling

De behandeling van scheelzien en/of een lui oog kan langdurig zijn. In het algemeen wordt eerst het luie oog behandeld, daarna kan er eventueel een oogspiercorrectie worden uitgevoerd.

De behandeling van een lui oog kan op de volgende manieren:

  • Afplakken van het goed oog, om het zicht en de werking van het luie oog te verbeteren
  • Zonodig voorschrijven van een bril om het beeld dat het luie oog ontvangt maximaal scherp te krijgen
  • In enkele gevallen is het nodig oogdruppels te gebruiken


Bij al deze behandelingen zijn regelmatige controles nodig om de resultaten te kunnen vaststellen.

Oogspieroperatie

Bij een oogspiercorrectie worden oogspieren verplaatst of verkort, zodat de balans tussen de ogen verbetert. Deze operatie wordt door de oogarts uitgevoerd aan één of beide ogen.


De oogspiertjes zitten direct onder het oogwit. Het oog hoeft daarom tijdens de operatie alleen opzij gedraaid te worden. De operatie gebeurt in de meeste gevallen in dagbehandeling onder algehele narcose. De duur van de operatie is enigszins afhankelijk van het aantal oogspieren dat geopereerd wordt.


Na de operatie zijn de ogen rood en wat gezwollen en pijnlijk. Er kunnen oogdruppels worden voorgeschreven.


In de meeste gevallen heeft de operatie voldoende resultaat. Soms is een tweede operatie nodig.

Bij een oogspiercorrectie op latere leeftijd is het belangrijk om van te voren goed te onderzoeken of er kans is op dubbelzien na een operatie. Soms zijn de hersenen zo goed aangepast aan de bestaande schele oogstand dat het onmogelijk is het scheelzien te corrigeren zonder dubbelzien te veroorzaken. In dat geval moet van een operatie worden afgezien.

Vragen?

Bij vragen kunt u contact opnemen met uw eigen orthoptist of oogarts.

Download PDF