De blaas
De blaas dient als opslagruimte voor urine. De blaas ligt in het kleine bekken, het is een reservoir waar de urine in wordt verzameld. De urine komt vanuit de nieren via de urineleiders in de blaas. Gemiddeld kan een volwassene 400ml urine in de blaas verzamelen. Als de blaas gevuld is, ontstaat door de rekking van de blaaswand een prikkel tot plassen. De sluitspier van de blaas verslapt en door samentrekking van de blaasspier wordt de urine via de plasbuis uit het lichaam geloosd. De aansturing van dit proces gaat vanuit de hersenen via het ruggenmerg naar de blaas.
Wanneer er afwijkingen van de blaas of van de aansturing van de blaas zijn kan er incontinentie ontstaan.
Incontinentie
Incontinentie houdt in: onwillekeurig urineverlies, ofwel ‘je urine niet meer op kunnen houden’. Er is een verstoring van de vulling van de blaas of er zijn problemen tijdens de lozing van de urine. Meestal werken de spieren van de blaas, plasbuis en of bekkenbodem niet meer goed samen. Dit kan door verschillende oorzaken ontstaan.
Zowel mannen en vrouwen kunnen incontinentie klachten hebben. Op iedere leeftijd kan incontinentie ontstaan.
Vormen van incontinentie
Er zijn verschillende vormen van incontinentie. Niet iedereen heeft last van dezelfde vorm van incontinentie:
- Inspanningsincontinentie: u verliest urine bij lichamelijke inspanning, zoals niezen, hoesten, traplopen, tillen, hoesten, sporten en plotselinge houdingveranderingen.
- Aandrangincontinentie: u wordt plotseling overvallen door de drang om te plassen en u moet heel ook vaak plassen.
Overloop- of druppelincontinentie: u verliest urine zonder dat u aandrang heeft gevoeld om te plassen. Door een overvolle blaas ontstaat dit urineverlies.
Fecale incontinentie: u verliest ontlasting, dit kunnen veegjes in het ondergoed zijn, maar ook alle ontlasting.
Wat betekent het voor de patiënt
Incontinentie is geen ziekte. Toch is verlies van urine of ontlasting vaak een groot probleem. Het kan zelfs zo erg zijn dat het een sociale handicap wordt. Mensen durven niet meer deel te nemen aan sociale activiteiten omdat men bang is voor verlies of dat andere mensen hen kunnen ruiken. Mensen die incontinent zijn praten vaak niet over hun probleem en slechts een kleine groep vraagt om hulp.
Er zijn verschillende mogelijkheden om de aandoening te verminderen of zelfs op te lossen. Totdat de juiste therapie is gevonden is het belangrijk om goed opvang materiaal te gebruiken.
Incontinentie verband
Voor mannen en vrouwen zijn verschillende verbanden op de markt. Afhankelijk van de hoeveelheid verlies wordt gekozen voor een verband. Het is belangrijk om het verband met de juiste opvang capaciteit te gebruiken. Hierdoor is de kans op doorlekken nihil.
De verbandjes gaan van heel klein naar heel groot. Voor druppel incontinentie zijn er bv zeer kleine verbandjes te krijgen. Deze zijn er in een mannen en vrouwen variant. Wanneer er meer verlies is, dan kan er naar een grotere inlegger worden overgegaan. Er zijn ook broekjes op de markt zogenaamde Pants.
Het voordeel van incontinentie verband is dat het speciaal is gemaakt om urine of feces op vangen. In het verband zitten korrels die het vocht opvangen, vasthouden en geuren neutraliseren.
De huid blijft hierdoor droog en de kans op geurtjes zijn sterk gereduceerd. Doorlekken zal met het juiste verband niet snel gebeuren.
Wanneer u incontinent ben, kunt u beter geen maandverband gebruiken. Maandverband (voor menstruatie) is minder geschikt omdat het minder vocht opvangt en geen geuren absorbeert.
Vergoeding
Afhankelijk van uw zorgverzekering wordt een bepaalde hoeveelheid incontinentie verbanden vergoed. Kleine verbandjes, ter grote van inlegkruisjes worden meestal niet vergoed.
Vraag altijd tevoren bij uw zorgverzekeraar of incontinentie verband wordt vergoed. Verder moet u weten of het verband bij uw eigen apotheek mag worden besteld of dat het bij een medisch speciaal zaak moet worden aangeschaft. Soms schrijft de zorgverzekeraar ook een bepaald merk voor waar mee gestart moet worden.
Wanneer u een recept en machtiging voor incontinentie verband wilt kunt u dit aan de verpleegkundige vragen. Zij kan dit dan voor u regelen.
Download PDF