Spring naar inhoud

Suprapubische katheter

In overleg met uw arts heeft u besloten een suprapubische katheter in te laten brengen. Het doel van deze katheter is om te zorgen dat de urine uit de blaas naar buiten wordt afgevoerd.

Voorbereiding


De ingreep gebeurt onder steriele omstandigheden om infectie te voorkomen. Voor de ingreep wordt de buikwand geschoren, boven het schaambeen. U hoeft voor de ingreep niet nuchter te zijn. Wanneer u bloedverdunnende middelen als Sintrom, Marcoumar of Acetosal gebruikt, dan moet u deze medicatie enige dagen van tevoren stoppen. Overleg hierover van te voren met uw arts.

De ingreep


U meldt zich op de afgesproken tijd bij de balie van de polikliniek urologie en neemt plaats in de wachtkamer. U wordt opgeroepen door de verpleegkundige die u meeneemt naar een onderzoekkamer. U neemt plaats op een behandeltafel. Er wordt eventueel eerst een blaaskatheter ingebracht om de blaas te vullen. Na desinfectie van de buikwandhuid wordt de huid verdoofd middels een injectie (plaatselijke verdoving). De arts maakt ter plaatse van de verdoofde huid een klein sneetje van 1 cm. Hierna wordt met een dikkere naald de blaas aangeprikt. Dit kan een pijnlijke gevoel geven. Vervolgens wordt een katheter geplaatst. De ingreep duurt ca. 10 minuten.

Complicaties van de ingreep

  • Bloedverlies uit de blaas door de punctie.
  • Schade aan de omliggende weefsels zoals een bloedvat of darmlis. Het risico wordt kleiner als de blaas goed gevuld kan worden voor de punctie. Bij twijfel kan eventueel met een echografie de blaas gelokaliseerd worden .

Bovengenoemde complicaties zijn uiterst zeldzaam.

Omgaan met de katheter

Dagelijks moet de insteekopening van de katheter afgedekt worden met een gaas (splitgaas), eventueel betadine jodiumzalf op het gaas aanbrengen. Op de katheter kan een urinezak worden aangesloten. Verder informatie vindt u in de folder ‘thuis met uw katheter’.

Verwisselen van de katheter


De eerste twee wissels vinden plaats op de polikliniek met tussen pozen van ongeveer 6 weken. De dikte van de katheter neemt dan twee keer iets toe. De vervolgwissels vinden daarna plaats in de thuissituatie door een verpleegkundige van de thuiszorg of bij de huisarts. Afhankelijk van de soort katheter gebeurt deze wissel tussen de 8 en 12 weken. Meteen nadat de oude katheter is verwijderd, moet de nieuwe worden ingebracht omdat het insteekkanaal vrij snel (binnen enkele uren) kan sluiten. Als er veel steenaanslag op de katheterpunt zit, kan de volgende wissel wat vervroegd worden.

Advies voor wanneer de katheter wissel moeizaam gaat: is het gebruik een Integraal katheter CH18. Deze katheter heeft een geïntegreerde ballon waardoor bij wisselen de ballon netjes terug vouwt en er minder richels/randen ontstaan bij het invouwen van de ballon. Deze katheters zijn te bestellen via een apotheek of een medisch speciaalzaak.

Complicaties


1. Blaaskrampen; Er wordt dan urine geperst naast de katheter. Dit kan ook het gevolg zijn van een infectie.
2. Verstopping van de katheter; Deze moet dan gespoeld worden en zonodig verwisseld.
3. Uitvallen van de katheter; Wanneer de katheter is uitgevallen moet er zo snel mogelijk een nieuwe katheter ingebracht worden, voordat het gaatje zich gesloten heeft (dit kan heel snel gaan).

Belangrijk


Neem contact op met de polikliniek Urologie of de Spoedeisende Hulp indien:

  • De katheter eruit valt.
  • De katheter niet meer loopt.
  • U koorts krijgt en/of pijn in de flank.
  • Indien er pus uit de insteekopening van de katheter komt.


Tel. polikliniek Urologie: (0512) 588 811 (alleen op werkdagen)
Tel. Spoedeisende Hulp: (0512) 588 813

Download PDF